- We moeten sneller naar 100.000 woningen per jaar. Nederland kampt met een woningtekort van 400.000 woningen, en de bouw verloopt te traag.
- Minister Keijzer zet in op snellere procedures en het benutten van bestaande gebouwen en omgeving.
- Nieuwe initiatieven zoals het programma STOER en de “ja, tenzij”-aanpak moeten bureaucratie verminderen en de woningbouw versnellen.
Het woningtekort in Nederland blijft een urgente kwestie. Minister Mona Keijzer van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening geeft in een recente Kamerbrief aan dat er een tekort is van ongeveer 400.000 woningen.
Dit tekort blijft toenemen, terwijl de bouw van nieuwe woningen achterblijft door lange procedures en conflicterende regelgeving.
In de brief benadrukt de minister de noodzaak om jaarlijks 100.000 woningen te bouwen, een doelstelling die in veel regio’s de afgelopen jaren niet is gehaald.
Keijzer benadrukt dat woningbouw voortaan topprioriteit moet krijgen in ruimtelijke besluitvorming. De stapeling van lokale regels en procedures zorgt ervoor dat veel bouwprojecten vertraging oplopen.
Het duurt nu gemiddeld tien jaar om een woningbouwproject van idee tot realisatie te brengen, terwijl de daadwerkelijke bouw vaak slechts twee tot drie jaar in beslag neemt. De minister wil deze lange plannings- en vergunningsprocedures aanpakken door regels te vereenvoudigen en conflicterende wetten te schrappen.
Beter benutten van bestaande gebouwen
Naast het versnellen van de nieuwbouw, zet de minister sterk in op het beter benutten van bestaande gebouwen en de bijbehorende omgeving. Dit moet bijdragen aan het realiseren van extra woonruimte op een kortere termijn.
Minister Keijzer introduceert een “ja, tenzij”-aanpak, waarbij het uitgangspunt is dat regels worden versoepeld om transformaties en uitbreidingen zoals mantelzorgwoningen, splitsen van woningen en optoppen van gebouwen makkelijker te maken. Volgens de minister wordt momenteel al 15 tot 20 procent van de woningopgave ingevuld door het beter benutten van bestaande gebouwen, maar hier ligt nog veel potentie.
Zo wordt de mogelijkheid om woningen te splitsen en bestaande gebouwen op te toppen (het toevoegen van verdiepingen) als belangrijke pijlers gezien. Uit onderzoek blijkt dat er op deze manier landelijk 100.000 nieuwe woningen gerealiseerd zouden kunnen worden.
Keijzer wil echter wet- en regelgeving rond deze uitbreidingen versoepelen, zodat dit proces sneller verloopt en meer gemeenten het kunnen implementeren.
Programma STOER en andere maatregelen
Om de bouwprocedures verder te versnellen, heeft de minister het programma STOER gelanceerd, wat staat voor “Schrappen Tegenstrijdige en Overbodige Regelgeving”.
Dit programma moet wetgeving vereenvoudigen en bureaucratische obstakels verminderen die woningbouw vertragen. Het doel is om sneller nieuwe woningen te kunnen bouwen door samen met andere departementen en marktpartijen conflicterende bouw- en ruimtelijke regels aan te pakken.
Daarnaast wordt gekeken naar innovatieve oplossingen om de woningproductie op te voeren. Denk hierbij aan industriƫle bouwtechnieken zoals fabrieksmatige woningbouw, die op termijn meer betaalbare en energiezuinige woningen kan opleveren.
Samenwerking en voortgang
Een belangrijk onderdeel van de aanpak van minister Keijzer is het versterken van de samenwerking tussen overheden, marktpartijen en woningcorporaties.
Tijdens bestuurlijke overleggen met gemeenten en provincies zijn er afspraken gemaakt over de versnelling van de woningbouw. Een nieuwe focus ligt op het verhogen van de productiviteit van bestaande bouwlocaties en het sneller realiseren van bouwplannen.
Bij de komende Woontop in december worden nieuwe afspraken gemaakt over financiering en versnelling van woningbouwprojecten. Ook de realisatie van betaalbare woningen zal daarbij centraal staan, met als doel dat tweederde van de nieuwbouw bestaat uit betaalbare woningen, waaronder 30 procent sociale huur.