- De staatssecretaris heeft drie verzachtende maatregelen voorgesteld om belastingdruk voor verhuurders te temperen.
- Nu kan de Tweede Kamer de maatregelen wegen, het kabinet beslist bij voorjaarsbesluitvorming.
- Echter: de belasting over niet-gerealiseerde waardestijgingen blijft ongewijzigd, en dat zou de meeste zoden aan de dijk zetten.
De geplande verhoging van het forfait op overige bezittingen in box 3 heeft geleid tot zorgen onder vastgoedbeleggers. Verhuurders van onroerende zaken zien hun belastingdruk stijgen, terwijl het nieuwe stelsel van werkelijk rendement pas op 1 januari 2028 ingaat.
In reactie hierop heeft staatssecretaris Tjebbe van Oostenbruggen drie verzachtende maatregelen laten uitwerken die mogelijk wat lucht kunnen bieden in de tussenliggende jaren 2026 en 2027.
De zwaarste last voor verhuurders, de belasting over niet-gerealiseerde waardestijgingen blijft ongewijzigd, zo lezen we in het voorstel. Het belangrijkste bezwaar, waar ook experts steeds op wezen, wordt dus niet aangepakt.
Verhoging forfait op losse schroeven
De belangrijkste aanleiding voor de voorgestelde aanpassingen is de extra belastingopbrengst die nodig is nu de invoering van het nieuwe box 3-stelsel opnieuw is uitgesteld.
Om de budgettaire gaten te dichten is een verhoging van het forfaitaire rendement op overige bezittingen met 1,78 procentpunt voorgesteld voor 2026 en 2027. Deze verhoging treft met name vastgoedbeleggers die hun bezit niet in box 1 of box 2 kunnen onderbrengen.
Als tegemoetkoming aan de verhuurders heeft de staatssecretaris nu drie mogelijke verzachtende maatregelen uitgewerkt, die op juridisch draagvlak, uitvoerbaarheid en budgettaire consequenties zijn beoordeeld, schrijft FUTD.
De Kamer kan deze opties nu afwegen, waarna het kabinet een definitieve keuze zal maken in de voorjaarsbesluitvorming van 2025.
Drie oplossingsrichtingen ter overweging
De eerste optie is het geheel of gedeeltelijk afzien van de verhoging van het forfait in 2026 en 2027, schrijft NL Fiscaal. Deze aanpak biedt directe verlichting voor vastgoedbeleggers, maar betekent ook een forse derving van belastinginkomsten. De tweede maatregel behelst de mogelijkheid om kosten af te trekken binnen de bestaande tegenbewijsregeling.
Deze regeling zou dan tijdelijk worden aangepast om verhuurders meer ruimte te geven voor werkelijke kosten, al stuit een selectieve aftrekpost voor onroerende zaken op juridische bezwaren.
De derde voorgestelde aanpassing richt zich op de leegwaarderatio, schrijft men ook bij Fintool. De leegwaarderatio bepaalt de fiscale waarde van verhuurde woningen en is momenteel gebaseerd op een vaste tabel. Een actualisatie van deze tabel zou beter kunnen aansluiten bij de werkelijke rendementen, maar vereist nader onderzoek en kan pas daarna worden doorgevoerd.
Geen oplossing voor structureel bezwaar
Opvallend is dat geen van de voorgestelde maatregelen het kernprobleem aanpakt dat al jaren tot frustratie leidt onder beleggers: de belastingheffing over niet-gerealiseerde waardestijgingen. “Ik zou nog liever iets sleutelen aan box 3, want daar liggen heel forse belastingen voor de particuliere beleggers”, zei hoogleraar Peter Boelhouwer afgelopen week nog.
Tot aan de invoering van het stelsel van werkelijk rendement blijft dit fundamentele bezwaar onverminderd bestaan. Vastgoedbeleggers blijven dus voorlopig belasting betalen over fictieve inkomsten, een manier van heffen die in de kern oneerlijk is, zo noteerde ook belastingadviseur Cor Overduin al eens.
Hoewel de mogelijke verzachtende opties enige verlichting kunnen bieden, verandert dit zo dus niets aan de systematische onevenwichtigheid van het huidige box 3-regime.
“De voorstellen Van Oostenbruggen om box 3 belasting te verlichten zijn slechts een doekje voor het bloeden”, zegt Christiaan Crouwers, voorzitter Stichting Rechtvaardige Wetgeving Woningverhuur en mede-oprichter van Vastgoed Insider.
De Kamer is nu aan zet om zich over de fiches en hun inhoud te buigen. In de komende voorjaarsbesluitvorming zal blijken in hoeverre het kabinet bereid is tegemoet te komen aan de roep om rechtvaardiger belastingdruk in box 3.