- Het kabinet heroverweegt het huurbeleid vanwege zorgen over stilvallende woningbouw en interne onenigheid.
- De bevriezing van sociale huren bedreigt volgens corporaties de bouw van 170.000 nieuwe woningen.
- Tegelijk leidt de versoepeling van de Wet Betaalbare Huur tot onrust binnen coalitiepartijen, vooral bij NSC.
Direct na het akkoord dat de coalitie de afgelopen week sloot, rezen er al veel vragen; wie gaat de last van de huurbevriezing dragen en die versoepelingen van de middenhuur, hoe zit dat eigenlijk?
Zeker kleinere huurders konden wat lichtpuntjes vinden in de voorjaarsnota, maar hoe en wanneer ze daarvan zouden kunnen profiteren werd niet direct duidelijk.
Het kabinet ziet zich nu al genoodzaakt om terug te gaan naar de tekentafel, omdat op dat soort vragen ook nog geen antwoord is.
Minister van Volkshuisvesting Mona Keijzer (BBB), die nu opvolging moet geven aan de ideeën, spreekt met de leiders van de vier coalitiepartijen over de impact van recente afspraken op de woningmarkt, zo weet het AD. Er zijn grote zorgen over het uitblijven van woningbouw en onduidelijkheid over hoe de voorgenomen huurmaatregelen nu precies worden uitgewerkt.
Twee politieke deals liggen dus nu gelijk al weer onder het vergrootglas. De eerste is de bevriezing van de huren in de sociale sector, die in 2025 en 2026 niet mogen stijgen. De tweede is de versoepeling van de Wet Betaalbare Huur, die het voor particuliere verhuurders mogelijk moet maken om hogere huren te vragen.
Huurbevriezing remt woningbouw
Vooral de huurbevriezing blijkt een financiële klap voor woningcorporaties. Door het mislopen van huurverhogingen komen investeringen in nieuwbouw en verduurzaming onder druk te staan.
Corporaties waarschuwen dat hierdoor tot 170.000 geplande woningen niet gebouwd kunnen worden. Ook noodzakelijk onderhoud en isolatieprojecten dreigen stil te vallen.
Hoewel er in de voorjaarsnota €1,1 miljard compensatie is opgenomen, is dit bedrag volgens betrokkenen volstrekt onvoldoende om de woningbouwafspraken na te komen.
Minister Keijzer erkent de zorgen en wil daarom spoedig in gesprek met de sector. De huidige maatregel biedt volgens haar op korte termijn huurders bescherming, maar belemmert mensen die een woning zoeken.
Versoepeling huurwet stuit op verdeeldheid en schept nu al onzekerheid
De tweede afspraak, het versoepelen van de Wet betaalbare huur, zorgt binnen de politiek voor grote verdeeldheid. Waar VVD en BBB tevreden zijn met de aangekondigde verlichting voor kleine particuliere verhuurders, is binnen NSC openlijke onvrede ontstaan.
Hoewel de fractie eerder nog vasthield aan het oorspronkelijke wetsvoorstel, ging partijleider Nicolien van Vroonhoven uiteindelijk akkoord met de versoepeling, onder druk van de coalitieonderhandelingen.
De onduidelijkheid over wat er precies verandert aan de huurwet zorgt voor onrust onder NSC-Kamerleden en maatschappelijke organisaties.
De Woonbond vreest dat minder regulering leidt tot hogere huren en minder betaalbare woningen in het middensegment.
Zo moet Mona Keijzer, die als minister ook maar te leven heeft met de afspraken van de partijleiders, nu al naar de tekentafel om de voorjaarsnota te voorzien van de broodnodige duidelijkheid.
Beide afspraken kwamen voort uit een politiek compromis: PVV drong aan op huurbevriezing voor sociale huurders, terwijl de VVD versoepeling van de huurwet als voorwaarde stelde. De druk in de formatie was hoog, maar de uitvoering van het beleid roept nu vragen op die binnen de coalitie zelf nog niet eens zijn beantwoord.