- Het Nationaal Fonds Betaalbare Koopwoningen (NFBK) start op 2 juli 2025 met een budget van €100 miljoen en biedt koopkortingen tot €70.000 voor starters op de woningmarkt.
- Hoewel het fonds kansen biedt voor starters, bestaat het risico dat het de prijzen juist opdrijft door verhoogde vraag bij een beperkt aanbod.
- Zonder aanvullende maatregelen zoals uitbreiding van het woningaanbod en prijsregulering, kan het fonds het tegenovergestelde effect hebben van wat wordt beoogd.
Na jaren van plannenmakerij en politieke onderhandelingen komt op maandag 2 juli 2025 gaat het langverwachte Nationaal Fonds Betaalbare Koopwoningen echt van start. Daarover schrijft Binnenlands Bestuur, dat de aankoop bijdrage vergelijkt met de vroegere premie-A-woningen.
Het startsein was al gegeven, maar de bijbehorende website is nu ook in de lucht.
Met een budget van €100 miljoen – inclusief een recente extra bijdrage van €30 miljoen – is het fonds bedoeld om starters met een middeninkomen te helpen bij de aankoop van een nieuwbouwwoning.
Projectontwikkelaars en woningcorporaties kunnen een bijdrage uit het fonds aanvragen om woningen met aanzienlijke koperskortingen tot wel €70.000 aan te bieden. Het maximale aankoopbedrag ligt op €390.000, en de regeling is gebaseerd op het bekende KoopStart-model, waarin kopers bij verkoop een deel van de korting terugbetalen.
De oprichting van het fonds markeert een politieke doorbraak na langdurige vertragingen, verdeeld over drie ministerschappen. Toch klinken er nu, bij de definitieve lancering, ook kritische geluiden uit de sector.
Financiële hulp met een keerzijde
Hoewel het fonds onmiskenbaar bedoeld is om toegang tot de koopmarkt te verbeteren, wijzen experts op een mogelijk averechtse werking. De financiële injectie vergroot immers de koopkracht van starters, maar doet niets aan het achterblijvende woningaanbod.
Het basisprobleem blijft: de bouw van woningen loopt achter. Stijgende bouwkosten, stroperige vergunningstrajecten en een tekort aan bouwlocaties zorgen ervoor dat het aanbod nauwelijks groeit. Deze mismatch tussen vraag en aanbod voedt de woningprijs verder, juist in het segment dat het fonds wil ondersteunen.
Ontwikkelaars spelen bovendien mogelijk in op de verhoogde bestedingsruimte van kopers. De logische verwachting is dat prijzen in het middensegment omhoog kruipen, nu ook woningen net onder of rond de €390.000 binnen bereik komen van starters. De verhoging van deze koopprijsgrens vergroot het risico op een opwaartse prijsspiraal.
Ook de vroegere ministers Kajsa Ollongren en Hugo de Jonge wezen op een mogelijk prijsopdrijvend effect, schetst Binnenlands Bestuur. Ollongren was niet blij met het voorstel voor een fonds, “je moet er bij dit soort dingen wel altijd op letten dat het niet per saldo tot hogere prijzen leidt. Dat is hier toch het geval”.
De Jonge was kritisch, maar positiever, “Als we heel eerlijk zijn, hebben al deze types regelingen in zekere zin een prijsopdrijvend effect. [..] de nadelige effecten ervan wegen op zichzelf genomen op tegen de extra kans die je starters hiermee biedt”.
Structurele oplossingen noodzakelijk
Het Nationaal Fonds Betaalbare Koopwoningen is slechts één instrument in een breder beleidspakket dat nodig is om de woningmarkt toegankelijk te maken. Zonder structurele uitbreiding van het woningaanbod en scherpe controle op prijsontwikkeling, dreigt het fonds bij te dragen aan het probleem dat het juist probeert op te lossen.
Starters kunnen vandaag een woning kopen, maar als de prijzen door het fonds stijgen, verliest de regeling op termijn aan effectiviteit.
Om werkelijk verschil te maken, moet het fonds worden aangevuld met versnelde woningbouw, versimpeling van procedures en prijsregulering in het betaalbare segment. Alleen dan kunnen koopkortingen daadwerkelijk leiden tot duurzame betaalbaarheid.