- De inflatie in Nederland stijgt naar 3,7 procent in juli.
- Deze stijging wordt voornamelijk veroorzaakt door hogere huurprijzen, waarbij moet worden opgemerkt dat die zijn geindexeerd op de extreme inflatie van het vorige jaar.
- De brandstofprijzen dalen, maar compenseren de inflatiestijging slechts gedeeltelijk.
In juli 2024 is de inflatie in Nederland uitgekomen op 3,7 procent, meldt het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS). Dit cijfer komt overeen met de eerdere schatting van een week geleden en is een stijging van 0,5 procent ten opzichte van juni.
Econoom Han de Jong merkt bij BNR op dat deze stijging volledig toe te schrijven aan de fors hogere huurprijzen.
De Jong merkt op dat de werkelijke woninghuren in juli met 5,5 procent zijn gestegen, vergeleken met slechts 2 procent in dezelfde periode vorig jaar. Huurprijzen vormen ongeveer een vijfde van het inflatiemandje, wat betekent dat de stijging van 3,2 naar 3,7 procent inflatie volledig door de huurprijzen komt. Zonder deze huurverhogingen zou de inflatie in feite zijn gedaald.
De Jong stelt dan ook: “Huren hebben in hun eentje het inflatiecijfer met 0,7 procent omhooggeduwd“.
Redenen achter de huurprijsstijging
Erg vreemd is dat aandeel van de huurstijgingen natuurlijk niet, aangezien de indexatie samenhangt met de inflatie zelf, die vorig jaar erg hoog was. Dat effect werkt nu dus afgezwakt door in de inflatie die we dit jaar zien.
De econoom ziet dan ook twee hoofdredenen voor deze significante stijging. Ten eerste is de huurprijsstijging sterk gereguleerd, met jaarlijks vastgestelde maximale huurverhogingen.
Dit jaar lag het maximum aanzienlijk hoger dan vorig jaar, juist door de eerdere hoge inflatie.
Ten tweede hebben veel verhuurders het maximale toegestane percentage benut, wat bijdroeg aan de hogere werkelijke huurprijsstijging.
De Jong concludeert: “Kennelijk hebben veel meer verhuurders het maximum opgezocht.”
De Jong voorspelt dat de inflatie dit jaar waarschijnlijk rond de 3,5 procent zal blijven, hoger dan de verwachtingen van het Centraal Planbureau (CPB) en de Nederlandse Bank (DNB), die onder de 3 procent mikten. Dit kan leiden tot hogere looneisen, wat de economische situatie verder kan compliceren.