- De markt voor recreatiewoningen herstelde zich in 2024, met 12% meer transacties en een gemiddelde prijsstijging van bijna 8%.
- Ondanks fiscale druk blijft de vraag sterk, mede dankzij toerismegroei en de aantrekkingskracht van kleinere vakantiewoningen.
- Regionaal springen de Veluwe, de kust van Noord-Holland en Zeeland eruit, met forse prijsstijgingen en hoge verkoopcijfers.
De markt voor recreatiewoningen in Nederland beleefde in 2024 een verrassende opleving. Ondanks stevige fiscale druk, zoals de verhoogde overdrachtsbelasting van 10,4%, bleef de interesse in vakantiewoningen sterk. Dat blijkt uit recente cijfers van de NVM.
In totaal wisselden 4.154 recreatiewoningen van eigenaar, een stijging van bijna 12% ten opzichte van het voorgaande jaar. Daarbij moet wel gezegd worden dat 2023 een duidelijk minder goed jaar was.
Ook de gemiddelde verkoopprijs liet een opwaartse lijn zien. Die steeg met €18.000 naar €246.000, wat neerkomt op een toename van bijna 8%. Hiermee komt een gemiddelde van een kwart miljoen euro voor een recreatiewoning in zicht.
Toerisme en woningmarkt stuwen vraag
De vraag naar recreatief vastgoed profiteert van meerdere trends. Zo is het toerisme in Nederland nog steeds groeiende, waarbij inmiddels 37% van de overnachtingen afkomstig is van buitenlandse gasten. Dat maakt verhuur aantrekkelijker en vergroot de opbrengsten.
Daarnaast volgt de recreatiemarkt de positieve lijn van de reguliere woningmarkt. Dit maakt recreatiewoningen niet alleen interessant voor eigen gebruik, maar ook als investering.
Rendement onder druk door belasting en kosten
Hoewel de belangstelling groot blijft, blijft het beleggingsklimaat lastig. Naast de hoge overdrachtsbelasting zorgen stijgende rente, hogere parklasten en de aangekondigde verhoging van de btw op recreatieve verhuur (van 9% naar 21%) voor een drukkend effect op het rendement.
Toch gloort er licht aan de horizon, ziet ook Accountancy van Morgen: de rentestanden zijn recent licht gedaald en in 2026 wordt een verlaging van de overdrachtsbelasting naar 8% verwacht. Deze ontwikkelingen brengen weer iets meer balans tussen vraag en aanbod. De krapte-indicator steeg licht van 4,5 naar 4,8, wat duidt op een iets ruimere markt.
Een opvallende trend in de markt is de verschuiving naar kleinere vakantiewoningen. In vijf jaar tijd is het gemiddelde woonoppervlak gedaald van 75 naar 69 vierkante meter.
Vooral woningen onder de 50 m², vaak op kavels van gemiddeld 290 m², winnen aan populariteit. Deze compacte woningen hebben een gemiddelde verkoopprijs van €130.000, wat ze aantrekkelijk maakt voor investeerders met een beperkter budget.
Permanente bewoning: veel discussie, weinig impact
In een poging om de woningnood te verlichten, kondigde de overheid eind 2024 een regeling aan om permanente bewoning van recreatiewoningen onder voorwaarden toe te staan.
Deze landelijke maatregel lijkt vooralsnog weinig effect te hebben. Gemeenten en andere belanghebbenden geven de voorkeur aan lokaal maatwerk, om het recreatieve karakter van vakantieparken te behouden en sociale scheefgroei te voorkomen.
Begin 2025 stabiliseerde de gemiddelde vraagprijs van recreatiewoningen op €361.000 – een lichte daling van 1,3%. Dit is deels te verklaren door een lager aandeel nieuwbouw en een toename van woningen onder de drie ton.
Ondanks deze verschuiving wordt het aanbod vlot opgenomen: de gemiddelde verkooptijd daalde met een week naar iets meer dan zeven maanden. Tien jaar geleden was dit nog gemiddeld twee jaar.
De combinatie van toerisme, betaalbare instapmogelijkheden en een sterke woningmarkt maakt dat deze sector voorlopig in de lift zit.