Niemand weet welke woningen gebouwd worden – ‘minister De Jonge heeft onvoldoende inzicht in het probleem’

Foto: 3345557 / Pixabay

  • Tegen 2030 moeten 900.000 nieuwe woningen gebouwd worden, waarvan veel ‘betaalbaar’ en gericht op senioren en studenten.
  • Onduidelijkheid heerst over de voortgang van deze bouwplannen, met weinig specifieke monitoring door provincies en het CBS.
  • Een groot deel van de gesubsidieerde bouwprojecten kampt met vertragingen, wat vragen oproept over de effectiviteit van de huidige aanpak en het inzicht van minister De Jonge.

Ondanks afspraken met volkshuisvesting over te realiseren nieuwe woningen lijkt niemand precies te weten welk soort woonruimte waar wordt gebouwd. Dat blijkt uit een rondgang van televiseprogramma Nieuwsuur langs de provincies.

Vorig jaar maakten alle provincies met demissionair minister Hugo de Jonge afspraken om tegen 2030 ruim 900.000 nieuwe woningen te bouwen, waaronder minstens 600.000 betaalbare woningen, 290.000 voor senioren en 60.000 voor studenten.

Nieuwsuur onderzocht hoeveel van deze plannen concreet zijn uitgewerkt en hoeveel woningen al zijn opgeleverd. Hoewel het ministerie stelt dat provincies de bouwactiviteiten bijhouden, geven de meeste provincies aan dit niet specifiek per categorie te doen, behalve Zeeland en Limburg.

Andere provincies verwijzen naar het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS).  Dat geeft echter aan dat de registratie van senioren- en studentenwoningen nog in ontwikkeling is en er geen registratie is voor betaalbare woningen.

‘De Jonge heeft onvoldoende inzicht in het probleem’

Het rijk heeft subsidies ingezet om de bouw van betaalbare woningen te versnellen, waaronder de Woningbouwimpuls, die sinds 2020 1,1 miljard euro aan 141 projecten heeft toegekend. Nieuwsuur onderzocht de voortgang van deze projecten en ontdekte dat 15 van de 27 projecten uit de eerste ronde de bouwdeadline haalden, terwijl 12 projecten nog geen start hebben gemaakt. Bijna de helft van de projecten kampt met vertraging door langdurige bezwaarprocedures.

Johan Conijn, emeritus hoogleraar en directeur van een onderzoeksbureau, vindt de traagheid van de bouwprojecten teleurstellend en stelt dat minister De Jonge onvoldoende inzicht heeft in het probleem van de woningbouw.

“Dit was een poging om veel woningen veel sneller te realiseren. Nu zijn we drie jaar verder. Dat dan nog steeds bijna de helft van die projecten niet aan de bouw is begonnen, is heel teleurstellend”, zegt Conijn tegenover nieuwsuur.