- In 2023 is het aantal verleende bouwvergunningen voor nieuwe woningen gedaald naar 55.000, wat een daling van 15% betekent ten opzichte van 2022.
- De afname in vergunde nieuwbouwwoningen wijst op een aanhoudende vertraging in de bouwsector, die sinds 2016 niet zo’n laag aantal vergunningen heeft gezien.
- Deze trend zet de doelstellingen van de regering voor woningbouw onder aanzienlijke druk.
Het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) meldt een zorgwekkende afname in het aantal verleende bouwvergunningen voor nieuwe woningen in 2023.
Met een totaal van bijna 55.000 vergunningen, een daling van 15% ten opzichte van het voorgaande jaar, wordt vooral ook de voortdurende stagnatie in de nieuwbouwsector benadrukt. Deze daling is vooral significant bij koopwoningen, waar een afname van 23% is waargenomen, terwijl huurwoningen een iets mildere daling van 6% kenden.
We zien het laagste aantal vergunde koopwoningen sinds 2013, en voor het eerst sinds 2012 werden meer huur- dan koopwoningen vergund.
De periode voor de kredietcrisis zag gemiddeld 80.000 nieuwe woningen per jaar, een contrast met de huidige cijfers. Deze trend duidt op een verzwakking in de bouwcapaciteit en kan grote gevolgen hebben voor de woningmarkt.
Opvallend in 2023 is de verschuiving naar een groter aantal vergunde huurwoningen dan koopwoningen, een primeur sinds het begin van de metingen in 2012. Dit kan wijzen op een veranderende focus binnen de bouwsector, mogelijk gedreven door de huidige marktvraag of overheidsbeleid gericht op het verhogen van het aanbod huurwoningen.
De provinciale verschillen in vergunningen zijn ook noemenswaardig. Zuid-Holland loopt voorop met bijna 11.000 vergunningen, waarvan meer dan de helft voor huurwoningen is. Dit in tegenstelling tot Zeeland, waar het laagste aantal nieuwbouwwoningen werd vergund. Dergelijke regionale verschillen benadrukken de ongelijkheid in woningbouwactiviteiten door het land heen.
De bouwkosten tonen eveneens een daling, met een afname van bijna 15% in de totale bouwkosten voor nieuwbouwwoningen. Dit kan gedeeltelijk worden verklaard door het verminderde aantal vergunningen, maar ook factoren zoals de oppervlakte per woning en de kosten per vierkante meter spelen een rol.
Deze financiële teruggang kan verdere belemmeringen opleveren voor de realisatie van nieuwe woningen.
Implicaties voor regeringsdoelstellingen
Deze trends zetten de ambitieuze doelstellingen van de regering onder druk. Het kabinet streeft ernaar jaarlijks 100.000 nieuwe woningen te bouwen om de woningnood aan te pakken.
Echter, de aanhoudende daling in het aantal verleende bouwvergunningen maakt het steeds onwaarschijnlijker dat deze doelstellingen worden gehaald.
Deskundigen benadrukken de noodzaak voor een versneld vergunningsproces en een toename in de bouw van nieuwe woningen om de groeiende vraag bij te benen. Zonder significante veranderingen in het beleid en de bouwpraktijken, blijft de realisatie van de woningbouwambities een verre droom.
Deze situatie vraagt om een gecoördineerde aanpak van overheid, bouwsector en andere stakeholders om de vergunningsprocedures te versnellen en de bouwcapaciteit te vergroten.
Met het krimpen van de bouwsector en het verlies van arbeidskrachten dreigt bovendien een langdurig negatief effect op de woningmarkt, wat kan resulteren in verdere prijsstijgingen.