- De nieuwe box 3-heffing introduceert belasting op daadwerkelijke rendementen.
- Eigenaren van vakantiewoningen en beleggingspanden worden zwaar getroffen door de veranderingen.
- Implementatie van het nieuwe systeem staat gepland voor 2027, maar de haalbaarheid is onzeker door mogelijke juridische complicaties.
De nieuwe box 3-heffing lijkt een stevige impact te gaan hebben op eigenaren van vakantiewoningen en beleggingspanden. Dat merkt Laurens Berentsen, redacteur bij het Financieele Dagblad op bij radiozender BNR.
Oud-staatssecretaris Marnix van Rij heeft voor de kabinetswissel nog een wetsvoorstel ingediend voor een nieuwe belasting op inkomen uit vermogen.
Deze nieuwe wet, die momenteel voor advies bij de Raad van State ligt, moet de huidige box 3-heffing vervangen. De huidige heffing, gebaseerd op veronderstelde opbrengsten, werd door de Hoge Raad verworpen. De nieuwe regeling beoogt belasting te heffen op basis van daadwerkelijke behaalde rendementen.
Een opvallende verandering in het wetsvoorstel is de belasting op vakantiewoningen en andere onroerende zaken.
Belasting op vakantiewoningen
Tot nu toe profiteren eigenaren van vakantiewoningen nog van fiscale voordelen in box 3. Dit gaat echter veranderen als het wetsvoorstel wordt aangenomen. Voor vakantiewoningen die ten minste 90 procent van de tijd zijn verhuurd, worden de huurinkomsten belast.
Voor woningen die het hele jaar niet verhuurd zijn, geldt een bijtelling van 2,65 procent van de WOZ-waarde.
Bij gemengd gebruik wordt 35 procent belasting geheven over het hoogste bedrag: de huurinkomsten of de vastgoedbijtelling.
Er spelen ook complicaties: De Hoge Raad heeft al twee keer aangegeven dat de huidige box 3-heffing niet deugt omdat deze uitgaat van aannames over inkomsten. Dit probleem lijkt opnieuw op te duiken bij de nieuwe regeling voor vakantiewoningen. Als de wet juridisch geen stand houdt, begint de hele dans weer opnieuw.