Opbrengst leegwaarderatio-aanpassing in box 3 en de Brusselse boete van 600 miljoen

Appartementen

Appartementen Foto: CNS

  • Het wijzigen van de LWR-aanpassing kan een Brusselse boete van 600 miljoen euro opleveren, omdat de opbrengst deel uitmaakt van het Herstel- en Veerkrachtplan.
  • De huidige LWR, gebaseerd op data uit 2015–2020, wordt als een “fiscale verstoring” gezien die leidt tot talloze bezwaarprocedures en administratieve lasten.
  • Critici pleiten voor een actualisatie van de LWR op basis van recente marktdata om het heffingsvrije vermogen te verhogen en de uitvoeringsproblemen te verhelpen.

Het debat over box 3 van afgelopen week heeft de gecompliceerde problematiek rondom de leegwaarderatio (LWR) in box 3 duidelijk gemaakt. De staatssecretaris waarschuwde dat het wijzigen van de aanpassing per 1-1-2023 een budgettair risico met zich meebrengt.

De opbrengst van deze aanpassing maakt immers deel uit van het Herstel- en Veerkrachtplan (HV), en het niet doorvoeren ervan kan leiden tot een zogenaamde Brusselse boete van 600 miljoen euro.

Belastingadviseur Cor Overduin noemt op LinkedIn de leegwaarderatio zelfs ‘een budgettaire poison pil’.

Actualisatie leegwaarderatio is eigenlijk wel nodig

In het HV-plan wordt voorzien dat een opbrengst van 100 miljoen euro, samen met een extra budget van 200 miljoen euro, zou worden ingezet om het heffingsvrije vermogen in box 3 te verhogen van circa 50.000 naar 80.000 euro.

Overduin tekent daar wel bij aan “Als dat plan zo ‘heilig’ is, dan is de vraag nu wel waarom die begrote 100 miljoen niet, zoals aan Brussel kennelijk is beloofd, is aangewend om het heffingvrij vermogen te verhogen?”.

Het rapport bestempelt de huidige LWR als een “fiscale verstoring” omdat de forfaitaire methode om de waardedruk door verhuur te kwantificeren niet meer aansluit bij de huidige marktontwikkelingen.

De verouderde LWR-staffel zorgt voor talloze bezwaarprocedures en extra administratieve lasten voor belastingplichtigen, de Belastingdienst en gemeenten.

Critici pleiten dan ook voor een actualisatie van de LWR op basis van recente marktdata om deze uitvoeringsproblemen te verhelpen en de oorspronkelijke beleidsdoelen – zoals het verhogen van het heffingsvrije vermogen – te realiseren.