- Verhuurders voelen zich benadeeld door nieuwe wetgeving, die hen beperkt in de mogelijkheden om huurwoningen te verhuren.
- Makelaarsorganisatie NVM benadrukt de noodzaak van soepelere regelgeving om het woningtekort aan te pakken.
- Ambtenaren passen de regels vaak zo strikt toe dat projecten vastlopen, waardoor de woningnood blijft bestaan.
Makelaars aangesloten bij de NVM verkochten in het derde kwartaal zo’n 37.000 woningen, een stijging van meer dan 10% vergeleken met dezelfde periode vorig jaar. Vooral appartementen zijn populair, waarbij gemiddeld 4,6% boven de vraagprijs werd betaald. Dit komt neer op een gemiddelde overbieding van ongeveer €22.000.
Volgens Lana Gerssen, voorzitter van de vakgroep Wonen, was de huizenmarkt afgelopen zomer zeer actief. Voor kopers blijft de situatie echter lastig, terwijl verkopers een duidelijke voorsprong hebben in de huidige markt.
Ondanks de drukte op de huizenmarkt, met goede prijzen voor woningbeleggers die uitponden, voelen veel verhuurders zich natuurlijk benadeeld door de nieuwe wetgeving rondom huurwoningen. Zij voelen zich gedwongen hun woningen van de hand te doen, al is het dan in een goede markt. Daarover schrijft De Telegraaf.
Verhuurders worstelen met nieuwe regelgeving
Marcel van Boheemen, die vijftien appartementen bezit in Ede, verkocht onlangs vijf van deze woningen, maar spreekt zijn frustratie uit over de huidige situatie. “We worden neergezet als huisjesmelkers, maar ik verhuurde altijd eerlijk en naar redelijkheid,” aldus Van Boheemen.
Zijn inkomsten waren vooral afhankelijk van de waardestijging van de woningen, niet zozeer van de huurprijzen.
Van Boheemen geeft aan dat de veranderingen op de huurmarkt te ver gaan. “Verhuren was lange tijd belastingvrij, wat inderdaad het andere uiterste was. Maar nu mag ik bijna niks meer bepalen. De overheid lijkt alles te willen reguleren, en dat is een te groot risico voor mij als verhuurder.”
Noodzaak voor soepelere regelgeving
De NVM waarschuwt dat er dringend meer woningen gebouwd moeten worden om het tekort op de markt aan te pakken. Lana Gerssen benadrukt dat het probleem niet bij de bouwcapaciteit ligt:
“Met prefab kunnen we binnen zes maanden een huis neerzetten.” Volgens haar is het de regelgeving die woningbouwtrajecten vertraagt.
Ambtenaren passen de regels vaak zo strikt toe dat projecten vastlopen, waardoor de woningnood blijft bestaan. Gerssen roept beleidsmakers op om de regels te versoepelen en ruimte te maken voor meer woningbouw.
Het is duidelijk dat er snel verandering nodig is, niet alleen voor kopers en verkopers, maar ook voor verhuurders die geconfronteerd worden met steeds striktere regels. Zonder actie dreigt de middenhuur volledig te verdwijnen, wat voor een grote groep huurders desastreus kan zijn.