- De overheid streeft naar 100.000 nieuwe woningen per jaar via het programma STOER, dat regeldruk en tegenstrijdige eisen moet verminderen.
- Het Bouwberaad organiseert schrap- en verbetersessies om knelpunten in regelgeving aan te pakken.
- Marktpartijen worden opgeroepen hun input te geven, ondanks eerdere beleidskeuzes die kritiek opriepen.
Het kabinet heeft in 2024 rigoureuze maatregelen doorgevoerd om de woningmarkt te reguleren. Wetgeving zoals de Wet Betaalbare Huur (WBH) werd ingevoerd ondanks brede kritiek van experts, wetenschappelijke instituten en marktpartijen.
Nu vraagt de overheid ineens om hulp vanuit de sector om de regeldruk te verminderen. Onder de vlag van het programma STOER (Schrappen Tegenstrijdige en Overbodige Eisen en Regelgeving) wordt geprobeerd om obstakels in de regelgeving aan te pakken.
Het doel is ambitieus: 100.000 nieuwe woningen per jaar realiseren. Dit vereist snellere bouwprocessen, minder bureaucratie en betere samenwerking. Om dit te bereiken worden schrap- en verbetersessies georganiseerd door het Bouwberaad en het ministerie van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening (VRO).
Professionals in de sector worden opgeroepen hun ervaringen te delen via een online platform.
Eerst regels stapelen, nu om hulp vragen
De vraag rijst echter hoe serieus deze oproep genomen kan worden. In plaats van proactief in te spelen op de signalen vanuit de sector, kiest het kabinet ervoor om eerst het beleid te verzwaren en vervolgens te vragen hoe de gevolgen ervan verzacht kunnen worden.
Die aanpak blijft ook niet onopgemerkt in de sector. “Je slaat iemand tot pulp en vraagt vervolgens, hoe kan ik de pijn verzachten?”, schrijft investeerder Michiel Steenman kritisch.
De gevolgen van de eerder ingevoerde regelgeving zijn duidelijk zichtbaar. Verhuurders worden gedwongen hun woningen te verkopen omdat verhuur onrendabel is geworden.
Hoe zit het met reguleren? Lees het Vastgoed Insider jaaroverzicht.
Woningcorporaties, die cruciaal zijn voor de bouw van betaalbare woningen, kampen met financiële problemen. Huurders zien hun kansen op een passende woning steeds verder afnemen, terwijl de woningmarkt verder verstopt raakt.
Ondertussen wordt de bouwsector geconfronteerd met een wirwar aan lokale regels en trage procedures. Hoewel STOER beoogt om deze knelpunten aan te pakken, blijft de vraag waarom deze obstakels niet eerder werden opgelost.
Beleidsblindheid of politieke PR?
De timing van deze deregulatiecampagne roept ook vragen op. Waarom een programma als STOER, wanneer eerdere adviezen om regelgeving te versoepelen stelselmatig zijn genegeerd?
De aanpak wekt de indruk van politieke damage control: een poging om de schadelijke effecten van eerder beleid te maskeren met mooie woorden en symbolische sessies.
De praktijk toont ondertussen geen tekenen van verlichting. Woningcorporaties en marktpartijen zien dat de balans tussen regelgeving en werkbaarheid volledig zoek is.
Zelfs Aedes, de belangenvereniging van woningcorporaties, begint steeds luider aan de bel te trekken. Toch lijkt er bij het ministerie weinig besef te zijn van de ernst van de situatie.
Hoewel het programma STOER en de schrapsessies in theorie een stap in de goede richting lijken, zal de echte test liggen in de uitvoering. Worden de aangedragen oplossingen daadwerkelijk geïmplementeerd, of blijven ze hangen in rapporten en bijeenkomsten?
De kernvraag blijft: durft het kabinet de door de overheid zelf gecreëerde stapeling van regels werkelijk af te breken, of blijft het bij het verzachten van de pijn die het zelf veroorzaakte?