- Het Amsterdamse college van burgemeester en wethouders besloot kort voor de begrotingspresentatie de onroerendzaakbelasting (ozb) extra te verhogen.
- Ambtenaren uitten zorgen over de impact en mogelijke toename van bezwaren.
- De extra inkomsten worden gebruikt om tegenvallers op te vangen en de afvalstoffenheffing stabiel te houden, maar corporaties reageerden geschokt.
In de maanden voorafgaand aan de begrotingspresentatie leek het Amsterdamse college uit te gaan van een relatief beperkte stijging van de ozb. Echter, kort voor de officiële bekendmaking werd tijdens een besloten vergadering besloten dat er meer inkomsten nodig waren om financiële tegenvallers te compenseren.
Hierdoor kregen huiseigenaren en ondernemers te maken met een extra belastingverhoging van 9 miljoen euro. Dat blijkt uit stukken die openbaar werden na een Woo-verzoek van AT5.
Deze wijziging, pas laat doorgevoerd in de begrotingsplannen, riep vragen op binnen de ambtelijke organisatie. Zij waarschuwden voor de mogelijke gevolgen van de forse stijging, waaronder een toename van bezwaarprocedures.
Corporaties niet betrokken bij besluitvorming
Voor woningcorporaties kwam de belastingverhoging als een verrassing. Uit vrijgegeven gemeentelijke documenten blijkt dat de corporaties ook vooraf niet op de hoogte waren gesteld van het besluit.
De Amsterdamse Federatie van Woningcorporaties (AFWC) noemde de verhoging “een flinke tegenvaller.” Er wordt gevreesd dat corporaties minder kunnen investeren in sociale huurwoningen.
Wethouder Hester van Buren stelde in eerdere debatten en interviews dat de ozb in Amsterdam relatief laag was vergeleken met het landelijke gemiddelde, waardoor er volgens haar ruimte was voor een verhoging.
Na het besluit werkten ambtenaren verschillende scenario’s uit, onder andere met de optie om zakelijk vastgoed te ontzien. Uiteindelijk koos het college ervoor om de belastingverhoging gelijk te verdelen over alle eigenaren van onroerend goed.
Steeds verder oplopende belastingopbrengst
In de zomer werd nog rekening gehouden met een extra opbrengst van 60 miljoen euro uit de ozb. Naarmate de begrotingsbesprekingen vorderden, steeg dit bedrag verder. Op 2 september werd een bedrag van 76,4 miljoen euro genoemd, en op 4 september werd dit verder verhoogd naar 85 miljoen euro.
Binnen de gemeenteambtenarij leidde het besluit tot bezorgdheid over een toename van bezwaren. Een combinatie van hogere vastgoedwaardes en de belastingverhoging kon volgens hen leiden tot een golf aan juridische procedures tegen de ozb-aanslagen.
Hoewel wethouder Van Buren erkende dat het besluit impact zou hebben, gaf ze aan dat bezwaar maken tegen de ozb zelf niet mogelijk is—alleen tegen de vastgestelde WOZ-waarde.
Ondanks de zorgen blijft het college bij het besluit.
De verhoging heeft een grote impact op de woningbouwplannen van corporaties zoals Ymere, die miljoenen euro’s extra kwijt zal zijn.
Dit zorgt ervoor dat geplande investeringen in nieuwbouw en verduurzaming onder druk komen te staan.