Politieke standpunten over Box 3: wat betekent het voor beleggers?

Speelgoedhuisjes

Speelgoedhuisjes Foto: CNS

  • De meeste partijen steunen belasting op werkelijke rendementen, ondanks kritiek van de Raad van State.
  • GroenLinks-PvdA wil hogere tarieven en een miljonairsbelasting, terwijl VVD en NSC ruimte laten voor uitzonderingen.
  • ChristenUnie is de enige partij die pleit voor een eenvoudige vermogensbelasting.

Donderdag 20 februari vindt het langverwachte commissiedebat over Box 3 plaats in de Tweede Kamer. De discussie over de belasting op vermogen is cruciaal voor beleggers, nu het kabinet voorstelt om belasting te heffen op werkelijke rendementen.

De Raad van State noemde dit plan eerder “onuitvoerbaar”, maar staatssecretaris Van Oostenbruggen zet het desondanks door. De meeste partijen zijn voorstander van het belasten van werkelijk behaalde rendementen, maar verschillen in de uitwerking.

Om helderheid te scheppen, heeft StockWatch de standpunten van de verschillende partijen op een rijtje gezet. Dit zijn de visies op de toekomst van Box 3.

Grote verschillen tussen partijen

Het politieke landschap biedt weinig goed nieuws voor beleggers. De meeste partijen steunen belasting op werkelijke rendementen, ondanks waarschuwingen van de Raad van State over de uitvoerbaarheid. De VVD en BBB tonen zich het meest kritisch over de stijging van het forfaitair rendement, terwijl GroenLinks-PvdA juist een nog hoger belastingtarief wil.

Een volledig genuanceerd overzicht vind je bij StockWatch.

GroenLinks-PvdA: hogere belastingen voor vermogenden

GroenLinks-PvdA wil de belasting in Box 3 verhogen naar 49%, waarbij werkelijke rendementen worden belast via een vermogensaanwasbelasting.

– VVD: belasting op werkelijke rendementen, maar met nuances

De VVD ondersteunt belasting op werkelijke rendementen, maar onderscheidt illiquide beleggingen (zoals vastgoed) van liquide beleggingen. De partij staat open voor een vermogenswinstbelasting voor vastgoedbeleggers en pleit voor verliescompensatie en kostenaftrek binnen Box 3.

BBB: tegen belasting op fictieve rendementen

BBB wil de belasting op werkelijke rendementen invoeren, maar staat open voor een tijdelijke vermogensbelasting als overgang. De partij verzet zich fel tegen de stijging van het forfaitair rendement en vindt dat de belastingvrije voet niet verlaagd moet worden.

BBB pleit daarnaast voor aftrekbare kosten voor verhuurders, conform het draagkrachtbeginsel.

D66: lastenverschuiving naar vermogenden

D66 ziet een vermogensaanwasbelasting als de beste optie en wil lagere lasten op arbeid combineren met een “miljonairsbijdrage”. De partij staat kritisch tegenover de verhoging van het forfaitair rendement en de verlaging van de belastingvrije voet.

CDA: vermogenswinstbelasting en hogere tarieven

Het CDA steunt een vermogenswinstbelasting en wil het tarief in Box 3 verhogen van 36% naar 37%. De partij is tegen de stijging van het forfaitair rendement, omdat dit kan leiden tot de verkoop van midden- en sociale huurwoningen.

ChristenUnie: pleit voor een eenvoudige vermogensbelasting

ChristenUnie is de enige partij die tegen een belasting op werkelijke rendementen is en pleit voor een eenvoudige vermogensbelasting van 1,2% tot 1,3%, zo zagen we al eerder. Een progressief tarief is bespreekbaar, maar de partij is fel tegen de verhoging van het forfaitair rendement en de verlaging van de belastingvrije voet.

NSC en PVV

PVV en NSC hebben zich vooralsnog niet aangemeld voor het debat. NSC is wel voor belasting op werkelijke rendementen, maar wil uitzonderingen. Omdat hun plannen niet zijn doorgerekend door het Centraal Planbureau, ontbreken concrete cijfers.

Wat betekent dit voor beleggers?

De enige partij die een fundamenteel andere koers voorstelt, is de ChristenUnie. Zij pleiten voor een eenvoudige vermogensbelasting, wat de belastingdruk voor beleggers zou verlagen. Toch lijkt hier weinig steun voor in de Kamer.

De komende maanden zal blijken of de praktische bezwaren van de Raad van State en de Belastingdienst alsnog tot een andere koers leiden. Tot die tijd is de verwachting dat de belastingdruk op beleggers alleen maar zal toenemen.