- De jaarlijkse huurverhoging met een opslag bovenop de inflatie wordt door de procureur-generaal niet als oneerlijk beschouwd.
- Kantonrechters hadden eerder geoordeeld dat deze verhogingen in strijd zijn met Europese consumentenbeschermingsregels.
- De Hoge Raad moet nu oordelen over de rechtmatigheid van deze huurverhogingen, waarbij ze niet het advies hoeft te volgen.
De jaarlijkse verhoging van huurprijzen door woningverhuurders met een opslag tot drie procentpunt boven de inflatie is niet noodzakelijk oneerlijk.
Dit schrijft de procureur-generaal in een advies aan de Hoge Raad.
Dit advies volgt op juridische vragen over de methoden die grote vastgoedbeleggers, zoals Bouwinvest, CBRE, ASR, Vesteda en Amvest, gebruiken om hun huren te verhogen.
Kantonrechters versus procureur-generaal
Meerdere kantonrechters oordeelden eerder dat de manier waarop grote verhuurders hun huurprijzen verhogen onrechtvaardig is en in strijd met Europese consumentenbeschermingsregels.
Volgens de kantonrechters zijn de clausules die huurverhogingen toestaan gebaseerd op inflatie plus een opslagpercentage, niet transparant genoeg geformuleerd. Verhuurders vrezen dat dit oordeel verstrekkende gevolgen kan hebben, zoals het moeten terugbetalen van miljarden euro’s aan huurders.
Toekomstige beslissing van de Hoge Raad
In zijn advies aan de Hoge Raad stelt de procureur-generaal nu dus echter dat rechters onderscheid moeten maken tussen een ‘inflatiebeding’ en een ‘opslagbeding’ bij het beoordelen van huurverhogingen, zo schrijft het Financieele Dagblad over de zaak.
Volgens de procureur-generaal is de jaarlijkse verhoging met inflatie zo niet oneerlijk.
Daarnaast stelt hij dat een opslag bovenop de inflatie in het algemeen niet als oneerlijk hoeft te worden aangemerkt, omdat verhuurders een gerechtvaardigd belang hebben om deze opslag te rekenen. Dit belang kan bijvoorbeeld bestaan uit het opvangen van boveninflatoire kosten en het laten aansluiten van de huur op de waarde van de woning.
De Hoge Raad moet nog beslissen of zij het advies van de procureur-generaal zullen overnemen.
De procureur-generaal benadrukt dat een maximale opslag van drie procentpunt aanvaardbaar is, omdat dit in lijn is met door de overheid vastgestelde huurstijgingen voor sociale huurwoningen. Hoe hoger de maximale opslag, hoe zwaarder dit weegt ten nadele van het opslagbeding.