Raad van State geeft negatief advies over box 3 belasting op werkelijk rendement – verder uitstel lijkt onvermijdelijk

Stel in appartement

Stel in appartement Foto: CNS

  • Het voorstel om belasting te heffen op basis van werkelijk rendement in box 3 stuit op kritiek van de Raad van State, die het als te complex beoordeelt.
  • De belastingplichtige zou te veel administratieve lasten krijgen en de Belastingdienst onvoldoende middelen hebben om het stelsel uit te voeren.
  • De invoering van een nieuw stelsel vóór 2028 lijkt nu vrijwel uitgesloten.

Het huidige belastingstelsel voor box 3, waarin belasting wordt geheven op spaargeld, aandelen en vastgoed, staat al enige tijd onder druk. In 2021 oordeelde de Hoge Raad dat de toenmalige methode – belasting op basis van een verondersteld rendement – in strijd was met het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens. Dit leidde tot de opdracht aan het kabinet om een rechtvaardiger systeem te ontwikkelen.

Voormalig staatssecretaris Van Rij kwam daarom met een voorstel om belasting te heffen op basis van het werkelijke rendement. Dit leek rechtvaardiger, omdat belastingplichtigen dan alleen zouden betalen over daadwerkelijke winsten in plaats van over een fictief rendement.

De Raad van State heeft nu ook forse kritiek op het nieuwe voorstel voor belastingheffing in box 3, zo schrijft de NOS.

Kritiek van de Raad van State

Volgens het adviesorgaan maakt het voorgestelde systeem de belastingheffing onnodig complex, zowel voor burgers als voor de Belastingdienst. Het plan wordt als onuitvoerbaar bestempeld vanwege drie belangrijke knelpunten.

Allereerst zouden belastingplichtigen zelf ingewikkelde berekeningen moeten maken en een uitgebreide administratie moeten bijhouden om aan de nieuwe regels te voldoen. Dit geldt voor maar liefst 1,6 miljoen mensen, wat volgens de Raad een groot beroep doet op hun zogenaamde ‘doenvermogen’.

Daarnaast is de Belastingdienst zelf niet toegerust om het nieuwe stelsel te ondersteunen. De huidige systemen kunnen de wijzigingen niet aan en er is te weinig personeel beschikbaar om de noodzakelijke aanpassingen tijdig door te voeren.

Tot slot plaatst de Raad vraagtekens bij de juridische houdbaarheid van het nieuwe systeem. Het kabinet wil dat de belastingopbrengsten vergelijkbaar blijven met het huidige stelsel, maar dit uitgangspunt kan leiden tot nieuwe conflicten tussen belastingplichtigen en de fiscus.

Het ministerie van Financiën erkent volgens de NOS de uitdagingen en benadrukt dat een ideaal stelsel niet bestaat. Wel noemt het een systeem gebaseerd op werkelijk rendement rechtvaardiger, ondanks de extra eisen die dit aan belastingplichtigen stelt. Het kabinet zegt het advies van de Raad van State zorgvuldig te bestuderen en later met een uitgebreide reactie te komen.

Uitstel lijkt onvermijdelijk

Met deze kritiek lijkt de invoering van een nieuw box 3-stelsel in 2027 definitief van de baan. Zelfs 2028 is nu uiterst onzeker. Politieke verdeeldheid binnen de coalitie over wat een rechtvaardige belasting op vermogen is, maakt de situatie nog complexer.

De Belastingdienst kampt bovendien met structurele problemen. Eerder bleek al dat de benodigde computersystemen niet tijdig aangepast kunnen worden. Het tekort aan personeel bij de fiscus bemoeilijkt dit proces verder.