- De Raad van State geeft een negatief advies over het wetsvoorstel voor een huurbevriezing per 1 juli 2025.
- Het voorstel schiet volgens de afdeling advisering tekort in onderbouwing en proportionaliteit.
- Verhuurders en overheden worden mogelijk financieel geraakt zonder heldere compensatie.
Het wetsvoorstel van Tweede Kamerlid De Hoop (GroenLinks-PvdA) om de huren van alle woonruimtes per 1 juli 2025 voor een jaar te bevriezen, kan op weinig bijval rekenen van de Raad van State.
De afdeling advisering heeft een advies gepubliceerd, waarin het voorstel kritisch wordt beoordeeld en slechts onder voorwaarden geschikt wordt geacht voor behandeling.
De maatregel zou ervoor zorgen dat alle huurprijzen – zowel in de gereguleerde als de vrije sector – gedurende twaalf maanden niet mogen stijgen. Hoewel het doel om huurders te beschermen wordt erkend, concludeert de Raad van State dat het voorstel onvoldoende onderbouwd is om de impact ervan te rechtvaardigen.
Zwakke onderbouwing en brede reikwijdte
De Raad van State uit met name zorgen over de motivering van het wetsvoorstel. Het plan lijkt meerdere problemen tegelijk te willen aanpakken, variërend van betaalbaarheid op de woningmarkt tot inkomensbeleid, zonder duidelijk te maken hoe de maatregel zich verhoudt tot bestaande beleidslijnen of toekomstige woningmarktplannen.
Daarnaast wijst de Afdeling op de brede toepassing van de huurbevriezing, die geldt voor álle huurcontracten. Dit kan leiden tot directe financiële gevolgen voor onder andere woningcorporaties, die inkomsten mislopen waarop zij hadden gerekend voor investeringen.
Ook particuliere verhuurders worden geraakt. Doordat het voorstel per 1 juli in werking zou treden, ontbreekt bovendien de tijd voor verhuurders om zich aan te passen.
Gevolgen voor overheid blijven onduidelijk
Niet alleen verhuurders, maar ook overheden kunnen nadelige gevolgen ondervinden.
De Raad van State stelt vast dat de financiële impact op gemeenten en het Rijk in het voorstel nauwelijks in beeld is gebracht.
Evenmin is helder hoe het wetsvoorstel zich verhoudt tot andere recente beleidsmaatregelen op de huurmarkt, zoals de invoering van het Woningwaarderingsstelsel voor middenhuur.