- Terwijl landelijk de huizenprijzen stegen in Q4 van 2024, daalden ze in enkele grote gemeenten zoals Amsterdam en Eindhoven.
- De verkoop van kleine appartementen, vaak voormalige huurwoningen, heeft de mediane prijzen in deze steden gedrukt.
- Experts benadrukken dat een structurele daling nog te voorbarig is om te concluderen.
Hoewel de huizenprijzen in Nederland op nationaal niveau nog met 2,5% stegen in het vierde kwartaal van 2024, is in steden zoals Amsterdam (-1,9%), Eindhoven (-2,3%) en Hilversum (-1,2%) sprake van een daling. Dit blijkt uit cijfers van de Nederlandse Vereniging van Makelaars (NVM), waar onder andere het Financieele Dagblad over schrijft.
Opvallend is dat deze daling samengaat met een stijging van het aantal verkochte appartementen in deze steden.
In Amsterdam steeg het aantal verkochte appartementen met bijna 40% ten opzichte van het derde kwartaal. Veel van deze woningen betreffen voormalige huurwoningen die particuliere beleggers vanwege aangescherpte huurregels op de markt hebben gezet. Deze appartementen, vaak klein en minder goed onderhouden, drukten de mediane verkoopprijs in de hoofdstad.
‘Gekte neemt wat af’
Volgens Nic Vrieselaar, woningmarkteconoom bij Rabobank, is het effect van de verkoop van voormalige huurwoningen een belangrijke factor. “Dat zijn vaak niet de pareltjes in de markt”, aldus Vrieselaar tegenover het FD.
Toch wijst hij erop dat ook andere woningtypen, zoals hoekwoningen en twee-onder-eenkapwoningen, in prijs zijn gedaald in Amsterdam en Eindhoven. Daarnaast stond er eind 2024 in de vijf grote steden (G5) aanzienlijk meer aanbod op Funda: een stijging van 15% tot 20% vergeleken met het jaar ervoor.
Makelaars benadrukken dat de markt nog steeds gespannen is, ondanks deze lichte afkoeling. Floris van der Peijl, voorzitter van de makelaarsvereniging Amsterdam, vindt ht nog te vroeg om te oordelen over het voortduren van het effect, “Het is de afgelopen jaren heel hard gegaan qua stijgingen en op een gegeven moment komt er wat meer aanbod, dan neemt de gekte wat af”.
Tegengestelde trends binnen de G5
Interessant is dat Utrecht (+2,3%) en Rotterdam (+3,9%) wel een stijging lieten zien in dezelfde periode.
Ondanks de regionale verschillen is de mediane verkoopprijs op nationaal niveau gestegen naar €483.000, en in 144 gemeenten zelfs boven de grens van vijf ton gekomen.
Hoewel de cijfers een duidelijke daling in sommige steden tonen, waarschuwen experts dat kwartaalfluctuaties op de woningmarkt geen structurele trend aangeven. Op jaarbasis stegen de huizenprijzen landelijk nog altijd met 11,5% ten opzichte van 2023. Dit toont aan dat de woningmarkt, ondanks enkele signalen van afkoeling, nog steeds zeer actief en krap blijft.
De komende maanden zullen uitwijzen of de dalende prijzen in Amsterdam en Eindhoven een voorbode zijn van een bredere kentering, of slechts een tijdelijke reactie op specifieke marktomstandigheden.