Scheefhuur, illegale onderhuur en een vastgelopen doorstroming tellen op tot een huurmarkt die op slot zit

Bewoners

Bewoners Foto: CNS

  • De huurmarkt kampt al jaren met hardnekkige scheefhuur: bijna 20 procent van de huurders woont ‘scheef’.
  • Ongeveer 10 procent van de sociale huurwoningen wordt mogelijk illegaal onderverhuurd, waardoor het beschikbare aanbod verder afneemt.
  • Doorstroming stokt door het gebrek aan betaalbare alternatieven, waardoor de markt volledig vastloopt.

De Nederlandse huurmarkt zit muurvast. Al jaren schommelt het aandeel scheefhuur rond de 20 procent.

Daarbij gaat het zowel om huishoudens met een laag inkomen in een te dure woning als om hoge inkomens die goedkope sociale huurwoningen bezet houden. Juist deze laatste groep zorgt voor frustratie: zij blokkeren woningen die bedoeld zijn voor lagere inkomens.

Tel daarbij op dat woningcorporaties, zoals Havensteder in Rotterdam, vermoeden dat zo’n 10 procent van hun sociale woningvoorraad illegaal wordt onderverhuurd. Een structureel probleem, waardoor het schaarse aanbod (7,2 procent van de huishoudens woont ‘goedkoop scheef’) nóg verder onder druk staat.

Illegale onderhuur ondermijnt het systeem

Volgens Havensteder gaat het bij illegale onderverhuur om gevallen waarbij woningen geheel of gedeeltelijk zonder toestemming worden doorverhuurd, vaak tegen fors hogere prijzen. Dit is inmiddels een structureel probleem binnen het sociale huursegment.

Ook andere grote corporaties, waaronder Ymere en Maasdelta, signaleren geregeld dergelijke praktijken. Extra pijnlijk: zelfs statushouders, die met voorrang een woning toegewezen krijgen om sneller te kunnen integreren, blijken zich hieraan schuldig te maken. Zo worden reguliere wachtlijsten onnodig verder opgeblazen.

Vrije sector: te klein en nauwelijks bereikbaar

Scheefhuur belemmert de broodnodige doorstroming. Maatregelen zoals inkomensafhankelijke huurverhogingen hebben weinig uitgehaald. De oorzaak? Het ontbreekt simpelweg aan passende alternatieven. De vrije huursector omvat slechts 6 à 7 procent van de markt en wordt door streng beleid en fiscale druk steeds onaantrekkelijker voor particuliere verhuurders.

Volgens Jasper de Groot van woonplatform Pararius ‘kunnen scheefwoners bijna niet doorstromen naar een woning in de vrije sector’. Hierdoor houden zij hun goedkope huurwoning vast en komt er vrijwel niets vrij voor de doelgroep waar sociale huur voor bedoeld is.

Oplossingsrichtingen: tijd en eigenaarschap

Omdat meer bouwen tijd kost, richten alternatieve oplossingen zich nu op betere benutting van de bestaande voorraad.

Een oplossingen is om (goedkope) scheefhuurders een tijd te geven om te verhuizen. Door hen bijvoorbeeld een overgangsperiode van twee jaar te bieden, krijgen zij de kans om gericht te zoeken naar een koopwoning of een passende huurwoning in de vrije sector. Dit vergroot de kans op doorstroming zonder dat er dwang aan te pas komt.

Daarnaast wordt gedacht aan het verkopen van sociale huurwoningen aan de huidige scheefhuurders. Vooral oudere woningen lenen zich hiervoor.

De opbrengsten kunnen woningcorporaties vervolgens investeren in nieuwbouw. Op deze manier wordt het totale aantal sociale huurwoningen niet structureel verminderd, terwijl tegelijkertijd meer dynamiek in de markt ontstaat.