- De Tweede Kamer heeft de Wet betaalbare huur (Wbh) goedgekeurd, maar deze moet nog worden bekrachtigd door de Eerste Kamer.
- Vastgoed Belang, vertegenwoordigd door Kavish Partiman, uit ernstige bezwaren tegen de wet en overweegt juridische stappen als de Eerste Kamer de wet goedkeurt.
- Ondanks de doelstellingen om huurders te beschermen en middenhuur te bevorderen, betwijfelt Vastgoed Belang de effectiviteit van de wet, met mogelijke nadelige gevolgen voor de verhuurmarkt.
De recent door de Tweede Kamer aangenomen huurwetgeving van demissionair minister Hugo de Jonge heeft tot aanzienlijke discussie en onenigheid geleid, vooral onder vastgoedbeleggers.
Kavish Partiman van Vastgoed Belang legt de focus nu op de Eerste Kamer, in de hoop dat deze kamer de wet zal afkeuren of wijzigingen zal eisen, zo zegt hij bij BNR in een toelichting op de bezwaren van de branche.
Partiman en zijn organisatie, die de belangen van woningbeleggers vertegenwoordigen, vinden dat de wet inbreuk maakt op het eigendomsrecht en onnodig zwaar ingrijpt op de verhuurmarkt.
Er wordt gevreesd dat de regulering ertoe zal leiden dat minder huurwoningen worden aangeboden, wat uiteindelijk kan resulteren in hogere huren in de vrije sector.
Vastgoedbelang sluit gang naar de rechter niet uit
De kritiek is niet alleen gericht op de mogelijke economische impact, maar ook op de juridische aspecten van de wet. Vastgoed Belang heeft onderzoek laten doen naar de doelstellingen van de wet, en concludeert dat deze niet behaald worden.
Partiman benadrukt dat de wet de belofte om huurders te beschermen, middenhuur te stimuleren, investeringen op peil te houden en verduurzaming te bevorderen, niet waarmaakt. De organisatie sluit een gang naar de rechter niet uit als de wet ook door de Eerste Kamer wordt aangenomen.
Minister De Jonge blijft echter positief en ziet de potentiële teruggang van huurwoningen naar betaalbare koopwoningen niet als een probleem, maar als een oplossing.
Zijn overtuiging wordt ondersteund door de ruime meerderheid in de Tweede Kamer, met steun van onder meer de PVV. De tegenstand van partijen zoals de VVD en BBB in de Tweede Kamer heeft echter geleid tot verdere polarisatie en verhoogde aandacht voor de kritiek van de Raad van State.