- Woningsplitsing kan bijdragen aan het verminderen van het woningtekort in Nederland.
- Het potentieel van woningsplitsing is enorm, maar zonder een actievere houding van gemeenten blijft het onbenut.
- Volgens onderzoek van Vereniging Eigen Huis zou dit zelfs kunnen resulteren in 350.000 extra wooneenheden.
Uit onderzoek van Vereniging Eigen Huis blijkt dat één op de zeven huiseigenaren denkt dat hun woning geschikt is voor splitsing. Van deze groep overweegt de helft daadwerkelijk om deze stap te nemen. Daarover schrijft Binnenlands Bestuur.
Door woningsplitsing kan de woningvoorraad zonder nieuwbouw aanzienlijk worden uitgebreid. Volgens Vereniging Eigen Huis zou dit zelfs kunnen resulteren in 350.000 extra wooneenheden, wat een groot deel van het huidige woningtekort zou kunnen opvangen.
Desondanks blijft de gemeentelijke betrokkenheid beperkt en is het splitsen van woningen nog geen vast onderdeel van het beleid.
Eerder wees het Woonbericht van ING ook op een ruim draagvlak onder de Nederlandse bevolking voor kamerverhuur als een strategie om het nijpende tekort op de woningmarkt aan te pakken. Ook daar speelt regelgeving nog te vaak een beperkende rol.
Gemeenten moeten actiever worden om splitsen te ondersteunen
Het onderzoek toont aan dat bijna twee derde van de huiseigenaren vindt dat gemeenten een actievere en ondersteunende rol moeten vervullen bij het splitsen van woningen.
Gemeenten zouden bijvoorbeeld regelgeving kunnen versoepelen of subsidies beschikbaar stellen om de drempel voor woningsplitsing te verlagen. Momenteel gebeurt dit slechts mondjesmaat, wat de mogelijkheden voor splitsing beperkt.
Een andere manier om de woningvoorraad te vergroten zonder extra grond te gebruiken, is optoppen. Hierbij worden extra woonlagen op bestaande gebouwen toegevoegd. Dit stuit echter op gemengde reacties.
Binnen Verenigingen van Eigenaren (VvE’s) is het optoppen nu alleen mogelijk als alle eigenaren akkoord gaan, wat vaak lastig is. Bijna de helft van de respondenten is tegen de mogelijkheid om optoppen toe te staan bij een meerderheid in plaats van unanimiteit, terwijl een derde dit wel zou ondersteunen.