Staatssecretaris houdt 20 miljard over in 2024, past desondanks box 3 niet aan

Tjebbe van Oostenbruggen, Staatssecretaris Fiscaliteit en Belastingdienst

Tjebbe van Oostenbruggen, Staatssecretaris Fiscaliteit en Belastingdienst Foto: Phil Nijhuis/Min AZ

  • Het begrotingstekort over 2024 blijkt met 0,9% van het bbp fors lager dan de eerder geraamde 2,9%.
  • Minister Heinen waarschuwt dat veel van deze meevallers tijdelijk zijn, omdat uitgaven zijn doorgeschoven naar latere jaren en de belastinginkomsten minder hard stijgen dan voorheen.
  • Ondanks de financiële meevallers blijft de regering vasthouden aan een aanpassing van box 3, terwijl politieke partijen hopen dat een herziening van de ramingen belastingverhogingen kan voorkomen.

We hebben gezien dat de staatssecretaris de inkomsten uit box 3 nodig zegt te hebben om de begroting te dichten. Toch blijkt nu dat de overheid in 2024 maar liefst €20 miljard minder tekort heeft dan eerder geraamd.

Dit roept de vraag op waarom de belastingheffing op vermogen alsnog wordt aangepast.

Ook het Financieele Dagblad ziet dat Financiën nogal eens ruim beter uitkomt. De voorlopige cijfers laten zien dat het begrotingstekort slechts 0,9% van het bbp bedraagt, terwijl eerder een tekort van 2,9% werd verwacht.

Het ministerie van Financiën schrijft dit toe aan €12,2 miljard minder uitgaven door de Rijksoverheid, lagere uitgaven door gemeenten en hogere belastinginkomsten.

Vanwaar dan toch de gereserveerdheid bij staatssecretaris Tjebbe van Oostenbruggen?

Doorgeschoven uitgaven en beperkte meevallers

Het een en ander heeft schijnbaar te maken met de onvoorspelbaarheid van de meevallers. Volgens minister Eelco Heinen (VVD) is het lagere tekort grotendeels toe te schrijven aan uitgaven die naar latere jaren zijn doorgeschoven. Daarnaast valt op dat een deel van de tegenvaller in box 3 niet aan 2024 wordt toegerekend, maar aan 2025.

Ondanks deze financiële ruimte waarschuwt de minister dus dat de meevallers aan de inkomstenkant steeds minder worden.

Dit versterkt de discussie over de betrouwbaarheid van de ramingen van overheidsfinanciën, aangezien de afgelopen jaren het begrotingstekort steeds lager uitviel dan verwacht.

Bij de komende voorjaarsnota zal worden bekeken hoe de overgebleven miljarden worden ingezet. Politieke partijen hopen dat structureel te hoge uitgavenramingen en te lage inkomstenramingen worden bijgesteld, zodat belastingaanpassingen mogelijk minder noodzakelijk worden. Toch lijkt de kans dat dit miljarden oplevert klein.

De discussie over de houdbaarheid van de belastinginkomsten en de wijze waarop box 3 wordt aangepast, zal dan ook voorlopig blijven voortduren.