- In 2023 begon de helft van de startende huishoudens hun wooncarrière in een private huurwoning.
- Het aantal starters op de woningmarkt steeg tussen 2021 en 2023 met 14 procent, mede door de toestroom van Oekraïense vluchtelingen.
- Bijna een kwart van de doorstromers liet geen lege woning achter bij verhuizing, vooral in de private huursector.
De Nederlandse woningmarkt zag in 2023 een opvallende verschuiving bij starters. Uit cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) blijkt dat maar liefst 50 procent van de huishoudens die voor het eerst zelfstandig gingen wonen, koos voor een huurwoning in handen van een particuliere verhuurder.
“Helaas doet de politiek er alles aan om private verhuurders tegen te werken”, schrijft demograaf Jan Latten op LinkedIn.
Slechts 19 procent wist direct een koopwoning te bemachtigen, terwijl 22 procent een sociale huurwoning betrok, ziet het CBS.
Tussen 2021 en 2023 groeide het aantal huishoudens van starters op de woningmarkt met 14 procent, van 296 duizend naar 338 duizend. Vooral in 2022 was een piek zichtbaar, die grotendeels toe te schrijven is aan de opvang van Oekraïense vluchtelingen. In 2023 stabiliseerde dit aantal weer licht.
Naast huishoudens die zelfstandig een woning betrokken, vestigden 60 duizend starters zich bij bestaande huishoudens. Dit aantal lag 17 procent hoger dan in 2021, wat wijst op een toenemend beroep op informele huisvesting, bijvoorbeeld bij familie of vrienden.
Weinig starters in de koopsector
Het aandeel starters dat meteen een koopwoning betrekt, blijft relatief beperkt. Met 19 procent vormt deze groep een minderheid, wat mede samenhangt met hoge huizenprijzen en strengere hypotheeknormen. Een kleine 9 procent van de starters vond onderdak in een zogenoemde overige woonruimte, zoals een anti-kraakpand of een tijdelijk verblijf in een hotel.
Ook doorstromers, mensen die al zelfstandig woonden en verhuisden, speelden een belangrijke rol op de woningmarkt, ziet het CBS.
In 2023 trokken ruim 1 miljoen doorstromers naar 452 duizend woningen. Opvallend is dat in een kwart van deze gevallen geen lege woning werd achtergelaten, bijvoorbeeld na een scheiding of wanneer een verhuizing plaatsvond zonder dat het oude huis vrijkwam voor de markt. Vooral bij doorstromers in private huurwoningen gebeurde dit relatief vaak: 38 procent liet geen leeg huis achter.
Hoeveel ruimte er nog afvalt blijft ook de vraag. “Uitponding zet door en het aantal beschikbare private huurwoningen smelt weg”, schrijft Latten.
Huurwoningen dominant bij doorstromers
Meer dan de helft van de woningen die doorstromers betrokken, was een huurwoning. Van de totale verhuizingen ging het bij 29 procent om een private huurwoning en bij 27 procent om een corporatiewoning.
Ruim 40 procent verhuisde naar een koopwoning. De neiging om binnen dezelfde eigendomscategorie te blijven, blijft groot. Zo liet bijna de helft van de doorstromers die een koopwoning betrok, ook een koopwoning achter.