- In 2024 zijn voor bijna 6.200 tijdelijke woningen vergunningen verleend, wat neerkomt op een stijging van 47 procent ten opzichte van 2023.
- Het merendeel van deze woningen betreft nieuwbouw en wordt veelal gerealiseerd in opdracht van woningcorporaties.
- Tilburg is de gemeente met de meeste vergunde tijdelijke woningen over de afgelopen vijf jaar, gevolgd door Ouder-Amstel en Hengelo.
Het aantal vergunde tijdelijke woningen in Nederland is in 2024 sterk toegenomen. Dat blijkt uit cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS).
In totaal werden bijna 6.200 tijdelijke woningen vergund, wat een forse toename van 47 procent betekent vergeleken met het voorgaande jaar. Sinds 2020 zijn er in totaal circa 18.000 vergunningen verstrekt, met een duidelijke piek in het meest recente jaar.
Een overgrote meerderheid van deze woningen (85 procent) betreft nieuwbouw. De resterende woningen zijn gerealiseerd via verbouwing van bestaande gebouwen, zoals kantoorpanden. Door soepelere regelgeving kunnen tijdelijke woningen sneller gebouwd worden dan reguliere woningen, wat bijdraagt aan de snelle opschaling van wooncapaciteit.
Noord-Brabant met Tilburg aan kop
Noord-Brabant is de provincie met de meeste vergunde tijdelijke woningen in 2024. Hier werden bijna 1.600 vergunningen verstrekt. Ook Noord- en Zuid-Holland volgen met respectievelijk 1.415 en 875 vergunde woningen. In minder bevolkte provincies, zoals Fryslân en Groningen, bleef het aantal onder de honderd.
Tilburg voert de lijst aan op gemeentelijk niveau met maar liefst 1.244 vergunde tijdelijke woningen in de periode 2020-2024. Daarna volgen Ouder-Amstel (741), Hengelo (609) en Utrecht (559).
Opvallend is dat grote gemeenten als Apeldoorn, Arnhem en Haarlem in deze periode geen enkele vergunde tijdelijke woning registreerden.
Woonruimten verdubbelen het aantal woningen
Tijdelijke woningen leveren vaak meer woonruimten op dan het aantal woningen doet vermoeden.
Zo bestaan veel van deze woningen uit meerdere onzelfstandige woonruimten, bijvoorbeeld voor studenten of zorgbehoevenden. In 2024 waren er in totaal bijna 11.800 tijdelijke woonruimten vergund, tegenover ruim 6.100 woningen. Deze verhouding was ook in de twee voorgaande jaren zichtbaar.
Woningcorporaties blijken in toenemende mate de drijvende kracht achter het realiseren van tijdelijke woningen. In 2024 waren zij verantwoordelijk voor de bouw van 3.400 van deze woningen, goed voor 55 procent van het totaal.
Daarmee groeit hun aandeel gestaag; in 2020 lag dit nog op 35 procent. Het aandeel van commerciële en overige opdrachtgevers blijft relatief stabiel, maar daalt als percentage van het totaal.