- Het EIB waarschuwt voor grote gevolgen van ruimtelijk afwegingskader
- Een kwart van nationale woningbouwambitie dreigt te vervallen
- De bouwsector loopt vast tussen klimaatbeleid en woningnood
De bouw van circa 220.000 nieuwe woningen in Nederland komt in gevaar door nieuwe ruimtelijke kaders die voortvloeien uit het beleid ‘Water en Bodem Sturend’. Dat blijkt uit onderzoek van het Economisch Instituut voor de Bouw (EIB).
Deze ontwikkeling betekent een forse domper op de ambities van minister Mona Keijzer, die in totaal 983.000 woningen wil laten realiseren.
Het probleem zit in de toepassing van een kaart van het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat, waarin risico’s zoals overstroming en bodemdaling leidend zijn gemaakt voor toekomstige bouwlocaties.
Op basis van deze criteria valt ongeveer een kwart van de geplande woningbouwprojecten definitief buiten de boot, terwijl nog eens ruim 260.000 woningen alleen met forse extra maatregelen gerealiseerd zouden kunnen worden.
Beperkende ruimtelijke kaders en discutabele uitgangspunten
Volgens het EIB is in het ruimtelijk afwegingskader uitgegaan van het meest extreme klimaatscenario, zonder de relatie met bestaande bebouwing mee te nemen.
Grote delen van West-Nederland, waaronder Noord- en Zuid-Holland, kleuren hierdoor oranje of rood op de kaart: signalen dat bouwen daar niet of nauwelijks mogelijk is zonder ingrijpende ingrepen.
Vooral de eenzijdige focus op risico’s leidt tot knelpunten. De gebieden waar het kabinet de meeste woningbouw verwachtte, vallen nu juist onder de zwaarste beperkingen.
Bovendien worden de extra kosten voor aanpassingen, zoals grondophoging bij bodemdaling, door het EIB geraamd op circa €2,5 miljard. Met gemiddeld €7.500 per woning zijn deze maatregelen financieel nog wel uitvoerbaar, mits het beleid ruimte laat voor maatwerk en alternatieven.
Volgens het EIB zou het niet op deze manier hoeven gaan, doordat er nu geen rekening wordt gehouden met andere omgevingsfactoren. “Hierdoor wordt de nieuwbouw onnodig geblokkeerd en wordt de wooncrisis nog minder snel opgelost”, zegt directeur Taco van Hoek van het EIB tegenover De Telegraaf.
Kaderrichtlijn Water bemoeilijkt nieuwbouw en infrastructuur
Naast nationale beperkingen speelt ook de Europese Kaderrichtlijn Water (KRW) een belemmerende rol. De KRW verplicht lidstaten tot ingrijpende verbeteringen in de waterkwaliteit vóór 2027. Dat vergt forse investeringen van onder meer waterschappen, gemeenten en drinkwaterbedrijven.
Volgens het rapport van het EIB is de uitvoerbaarheid van deze doelstellingen uiterst onzeker, mede door bestaande stikstofregels die andere investeringen blokkeren.
Ironisch genoeg zorgen deze regels er mede voor dat noodzakelijke maatregelen voor de waterkwaliteit traag van de grond komen, terwijl ze tegelijk ook andere bouwprojecten stilleggen.
Woningbouw klem tussen water, stikstof en infrastructuur
De knelpunten stapelen zich op. Naast het ruimtelijke kader en de KRW, speelt ook het gebrek aan stikstofruimte een centrale rol.
Veel van de negentien grote woningbouwlocaties die het kabinet op het oog heeft, blijven onontwikkeld omdat bijbehorende infrastructuurprojecten — zoals wegen en spoor — vastlopen in de vergunningverlening.
Het EIB signaleert dat ondanks een daling van de stikstofuitstoot met 30% in vijf jaar tijd, het huidige vergunningsregime nauwelijks ruimte biedt. Zelfs minimale uitstoot leidt tot juridische blokkades, waardoor woningbouw- en infraprojecten op grote schaal vertragen of geschrapt worden.