- Het tekort aan studentenwoningen blijft de komende jaren een probleem, ondanks positieve verwachtingen van nieuwbouw.
- Internationale studenten en een slinkend aanbod in de reguliere huurmarkt vergroten de druk.
- Effectieve overheidsmaatregelen zijn cruciaal om het groeiende tekort aan te pakken.
Recent onderzoek van Kences en het Ministerie van Ruimtelijke Ordening en Volkshuisvesting concludeerde dat het tekort aan studentenwoningen de komende jaren zou afnemen.
Deze verwachting is gebaseerd op een toename van nieuwe studentenhuisvesting, terwijl de vraag van studenten slechts licht zou stijgen. Toch lijkt de situatie in werkelijkheid minder rooskleurig.
Zo komen steeds meer studenten op straat te staan omdat particuliere verhuurders hun woningen uit de verhuur halen, een probleem dat de positieve berichten vanuit de overheid ondermijnt. Dat schrijft CBRE in een rapportage over de situatie.
Een belangrijk punt van zorg is dat een aanzienlijk deel van de uitwonende studenten niet in speciaal voor hen bestemde huisvesting woont, maar in reguliere huurwoningen. Overheidsmaatregelen hebben het voor particuliere verhuurders echter minder aantrekkelijk gemaakt om deze woningen aan te bieden, wat leidt tot een afname van het huuraanbod. Studenten concurreren bovendien steeds vaker met werkenden op de krappe huurmarkt, waardoor zij moeite hebben om betaalbare huisvesting te vinden.
Nederlandse studenten blijven vaker thuis
In Europees perspectief blijkt dat Nederlandse studenten minder vaak op zichzelf wonen dan hun leeftijdsgenoten in landen zoals Zweden en Noorwegen. Iets meer dan de helft van de Nederlandse studenten woont op zichzelf, terwijl dit aandeel in Scandinavische landen aanzienlijk hoger is.
Dit komt mede door de hogere woonlasten en de afschaffing van de basisbeurs in Nederland, waardoor studenten financieel beperkt waren.
Met de herinvoering van de basisbeurs is er een lichte toename te zien in het aantal uitwonende studenten. Toch blijft op kamers gaan voor veel studenten een dure keuze, zeker door de krapte in de gereguleerde studentenaccommodatie en de hoge huren op de private markt.
Omdat de afstanden in Nederland relatief klein zijn, kunnen veel studenten thuis blijven wonen, wat de druk om op kamers te gaan deels vermindert.
Verdere afname van reguliere huurwoningen
Een derde van de uitwonende studenten woont momenteel in reguliere huurwoningen. Dit type huisvesting wordt echter steeds schaarser door strengere fiscale maatregelen en de afschaffing van tijdelijke huurcontracten.
Particuliere verhuurders verkopen hierdoor vaker hun woningen, wat leidt tot een nog kleiner aanbod. Deze daling in beschikbare huurwoningen treft studenten extra hard, omdat zij aan de onderkant van de woonladder staan.
De krapte op de huurmarkt zorgt bovendien voor steeds hogere huurprijzen, wat het voor studenten nog moeilijker maakt om een betaalbare woonplek te vinden. Het bouwen van meer studentenwoningen zou verlichting kunnen brengen, maar de huidige nieuwbouwpijplijn is onvoldoende om het tekort op te lossen.
In de grootste studentensteden zoals Amsterdam, Groningen, Utrecht en Rotterdam, is de afhankelijkheid van studenten op de reguliere huurmarkt groot. Deze steden hebben een beperkt aanbod van nieuwe studentenwoningen, waardoor de tekorten in de toekomst naar verwachting zullen toenemen.
Steden zoals Delft en Leiden hebben een kleinere afhankelijkheid van reguliere huurwoningen, waardoor de situatie daar minder ernstig is.