Transparante en betrouwbare overheid is belangrijk om vastgoedbeleggers geïnteresseerd te houden – zowel klein als groot

Huurders in hun appartement

Huurders in hun appartement Foto: CNS

  • De Wet betaalbare huur heeft tot heftige reacties geleid bij particuliere beleggers, mede door eerdere belastingverhogingen en aangescherpte regelgeving.
  • Ondanks de nieuwe wetgeving blijft het rendement in de middenhuur aantrekkelijk voor institutionele beleggers, hoewel particuliere beleggers harder worden getroffen.
  • Een masterplan voor wonen, zorg en pensioen, evenals een voorspelbare overheid, is volgens deskundigen noodzakelijk om de vastgoedmarkt stabiel te houden.

De invoering van de Wet betaalbare huur heeft tot felle reacties geleid bij een deel van de Nederlandse vastgoedbeleggers. Dirk Brounen, hoogleraar Vastgoedeconomie aan de Tilburg University, legt in een artikel voor het Ministerie van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening uit dat deze wet niet op zichzelf staat, maar volgt op een reeks andere maatregelen zoals de verhoging van de overdrachtsbelasting en strengere regels voor vastgoed in box 3.

Vooral particuliere beleggers voelen deze gestapelde maatregelen als een zware last. “Voor wie gewend is aan rendementen van 10 tot 12 procent, voelt 6 procent als een flinke versobering,” aldus Brounen.

Institutionele beleggers minder hard getroffen

Hoewel particuliere beleggers de nieuwe regels als een zware klap ervaren, verwacht Brounen dat institutionele beleggers minder hinder zullen ondervinden. Een poging van het ministerie om met opiniestukken de publieke opinie te draaien?

De grotere partijen, waaronder pensioenfondsen, mikken doorgaans op een rendement van 6 tot 7 procent, wat nog steeds haalbaar is onder de nieuwe wetgeving, zeg Brounen in ieder geval.

Bovendien hebben institutionele beleggers een langere termijnvisie en een stabielere financiële basis. Brounen benadrukt dat niet alle beleggers het onderste uit de kan willen halen, maar dat de huidige onzekerheid en de plotselinge veranderingen door de overheid veel onrust veroorzaken.

De noodzaak van een voorspelbaar overheidsbeleid

Brounen stelt dat de huidige maatregelen, zoals de regulering van de middenhuur en het dwingend maken van het woningwaarderingsstelsel, hadden kunnen worden voorkomen met eerder en beter beleid.

Veel particuliere investeerders kiezen er nu voor om hun vastgoed te verkopen, nu de huizenmarkt gunstig is.

Dit benadrukt volgens Brounen de behoefte aan een masterplan waarin wonen, zorg en pensioen in samenhang worden geregeld. “Beleggers, zowel particulier als institutioneel, willen een voorspelbare partner in de overheid. Verander de spelregels niet tijdens het spel, dat schrikt investeerders af,” waarschuwt hij.

Nederland kan volgens Brounen veel leren van Duitsland, waar de huurmarkt grotendeels wordt beheerst door de particuliere sector, zonder dat dit tot problemen leidt. Een inspirerend voorbeeld zet hij in het beursgenoteerde vastgoedfonds Vonovia, dat 540.000 huurwoningen beheert. Hoewel Vonovia commercieel opereert, wordt het als een solide en betrouwbare partij gezien.

Alleen door duidelijke kaders te stellen, kan de Nederlandse vastgoedmarkt zich verder ontwikkelen zonder de investeerders af te schrikken die nodig zijn om het woningtekort op te lossen.