- In 2024 verkochten investeerders 71% meer woningen dan in 2023, terwijl hun aankopen slechts met 35% toenamen.
- Particuliere investeerders verkochten massaal, vooral aan koopstarters, die profiteerden van lagere prijzen.
- Beleidsmaatregelen zoals de Wet betaalbare huur, verhoogde overdrachtsbelasting en de nieuwe box 3-regels stuwen de uitponding.
Met nieuwe Kadastercijfers worden de gevolgen van uitponden nu echt duidelijk.
Het aantal woningverkopen door investeerders is in 2024 explosief gestegen. In totaal verkochten investeerders 53.275 woningen, waarvan 20.150 in het vierde kwartaal.
Dit is een stijging van 71% ten opzichte van 2023. Vooral in de vier grote steden was de groei sterk: in Rotterdam nam het aantal verkopen zelfs toe met 204% ten opzichte van een jaar eerder.
Bedrijfsmatige investeerders verkochten fors meer dan ze aankochten. In het vierde kwartaal verkochten zij 2.800 woningen meer dan ze kochten. Bij particuliere investeerders was dit verschil nog groter: zij verkochten 7.800 woningen meer dan ze aankochten.
“Uit vandaag gepubliceerde cijfers van het Kadaster blijkt dat de uitponding nu echt in een stroomversnelling aan het komen is. Indien de trend zich voortzet zal in enkele jaren tijd het aantal huurwoningen niet in bezit van woningcorporaties een fractie bedragen van wat het nu is”, zegt Vastgoed-Insider oprichter Christiaan Crouwers.

Zal de minister, zoals ze eerder aangaf, nu toch gaan ingrijpen? “Het ziet er toch echt wel naar uit dat we een probleem hebben met elkaar”, zei ze eerder.
Druk vanuit regelgeving en fiscale veranderingen
De sterke stijging van de verkopen is grotendeels te verklaren door veranderende regelgeving en fiscale maatregelen. De verhoging van de overdrachtsbelasting voor beleggers, strengere box 3-regels en de invoering van de Wet betaalbare huur maken het minder aantrekkelijk om woningen te verhuren. Dit dwingt veel investeerders om hun portefeuille af te bouwen.
Daarnaast speelt de stijgende rente een rol. Financieringskosten zijn de afgelopen jaren gestegen, waardoor het voor investeerders minder rendabel is om nieuw vastgoed aan te kopen of te herfinancieren.
Alleen al in 2025 zal indien de trend zich doorzet zeker 10% van het aantal particuliere huurwoningen uitgepond worden. Dit ligt in lijn met onze inventarisaties van begin vorig jaar, waarbij 67% van de particuliere beleggers aan heeft gegeven uit te ponden, ziet Crouwers.
“Het is dat woningen niet snel vrijkomen, doordat huurders nergens anders heen kunnen, behalve de eveneens spaarzame koopwoning. Het maatschappelijk en economisch belang van de particuliere verhuurder is groot, omdat deze het smeermiddel vormt tussen de statische sociale huur- en koopsector. Door vele onafhankelijke instituten, experts en wetenschappers is dit belang al benoemd, net als de gevolgen van het ingezette beleid”.
De cijfers spreken inmiddels voor zich. Wanneer zou de overheid in gaan grijpen? En wat gaan ze doen?”

Koopstarters profiteren van dalende prijzen
Een groot deel van de woningen die door investeerders werden verkocht, kwam terecht bij koopstarters. Maar liefst 65% van deze woningen werd gekocht door starters, die gemiddeld €344.000 betaalden. Dit is fors lager dan de gemiddelde koopprijs op de woningmarkt (€460.000).
De lagere prijzen zijn te verklaren door het type woningen dat investeerders verkopen. Vaak gaat het om kleinere woningen of woningen met een minder gunstig energielabel.
Door de massale verkopen is het aandeel particuliere investeerders op de woningmarkt gedaald van 3,9% naar 3,6% van de totale woningvoorraad.
Tegelijkertijd groeide het aandeel van bedrijfsmatige investeerders licht, doordat zij vaker in nieuwbouw investeren. Particulieren verkopen ook tweede woningen vaker.