- De Hoge Raad stelt de uitspraak over de belastingherstelwet en overbruggingsheffing in box 3 uit tot augustus.
- Een eventuele beslissing om bezwaarmakers volgens de werkelijke rendementen te compenseren kan de Nederlandse schatkist eenmalig €4 miljard kosten, met mogelijke bijkomende tegenvallers.
- Dit uitstel valt samen met de begrotingsonderhandelingen voor 2025, waardoor mogelijke wetswijzigingen niet tijdig in het Belastingplan 2025 kunnen worden opgenomen.
De Nederlandse vastgoedsector en beleggers in box 3 bevinden zich in een periode van voortdurende onzekerheid nu de Hoge Raad heeft aangekondigd dat de uitspraak over de belastingherstelwet en overbruggingsheffing in box 3 wordt uitgesteld tot minimaal augustus.
Dit besluit volgt op het zogenaamde ‘kerstarrest’ van 2021, waarin de Hoge Raad de destijds geldende vermogensrendementsheffing ongeldig verklaarde, zo schrijft ook het Financieele Dagblad.
De overbruggingswet en de tijdelijke belastingheffing, ingevoerd na het kerstarrest, zijn onderwerp van discussie. De uitkomst hiervan kan aanzienlijke financiële gevolgen hebben voor de staat, met een potentiële kostenpost van €4 miljard voor compensatie van bezwaarmakers op basis van werkelijke rendementen. Daarnaast loopt de staat het risico op terugkerende financiële tegenvallers, afhankelijk van de uitspraak van de Hoge Raad.
Impact op begrotingsonderhandelingen
De timing van dit uitstel valt samen met cruciale momenten in de begrotingsonderhandelingen voor 2025, signaleert de krant. Dit compliceert het proces aanzienlijk, omdat mogelijke miljardentegenvallers niet tijdig in het Belastingplan 2025 verwerkt kunnen worden. Het ministerie van Financiën vreest dat aparte trajecten noodzakelijk zullen zijn om deze wijzigingen alsnog door te voeren.
Tegelijkertijd staat de vernieuwing van box 3 per 1 januari 2027 op de agenda, onafhankelijk van het uitstel. Een vertraging hierin zou aanzienlijke financiële consequenties hebben voor de Nederlandse schatkist, met een geschat verlies van €400 miljoen per jaar.
Belastingplichtigen langer in onzekerheid over hun belastingaanslag
Voor vastgoedbeleggers en andere vermogenshouders in box 3 brengt de vertraging van de Hoge Raad een praktisch dilemma met zich mee: hoe om te gaan met de voorlopig opgelegde voorheffingen.
Ondanks de onzekerheid en het uitblijven van de definitieve uitspraak, zijn deze voorheffingen verschuldigd en moeten ze worden voldaan.
Dit legt een directe financiële last op de schouders van beleggers, zonder de mogelijkheid om bezwaar aan te tekenen tot de definitieve beslissing valt.
Het is dan ook aan te raden om deze voorlopige aanslagen te betalen om mogelijke boetes of rentes te voorkomen, terwijl we tegelijkertijd voorbereid moeten zijn op mogelijke aanpassingen in de financiële planning zodra de uitspraak van de Hoge Raad bekend is.