Utrechtse opkoopbescherming werkt. Of toch niet?

Utrecht

Utrecht Foto: 0805edwin / Pixabay

  • De zelfbewoningsplicht in Utrecht, bedoeld om de woningmarkt toegankelijker te maken voor starters, lijkt succesvol maar heeft een beperkt bereik.
  • Het aandeel van beleggers op de Utrechtse woningmarkt is drastisch gedaald, van 13% in 2018 naar slechts 2% in de eerste helft van dit jaar.
  • Deze afname in het transactievolume op de woningmarkt kan echter ook worden toegeschreven aan een combinatie van landelijke factoren. Bovendien is het maar de vraag wat de woningzoekende er mee opschiet.

De Utrechtse zelfbewoningsplicht werkt in het voordeel van de woningzoekende, maar alleen als je met een beperkte blik kijkt.

In maart 2022 implementeerde Utrecht de zelfbewoningsplicht, ook bekend als opkoopbescherming, met een grens van 440.000 euro in WOZ-waarde. Deze drempel werd in de zomer verhoogd naar 587.000 euro.

Volgens de gemeente Utrecht is die opkoopbescherming een succes. Voor de invoering kocht 46% van de starters een woning, maar recentelijk steeg dit naar 53% – een verhoging van 7%.

Beleggers zijn nu vrijwel afwezig op de Utrechtse woningmarkt. Hun deel in de woningmarkttransacties is gedaald van 13% in 2018 naar slechts 2% in de eerste helft van dit jaar, blijkt uit de Kadastercijfers.

Dennis de Vries, Utrechtse woonwethouder, is positief over de effectiviteit van de opkoopbescherming. Hij benadrukt dat wonen een basisrecht is, niet bedoeld als middel voor snelle financiƫle winst, ondanks verschillende perspectieven op deze kwestie.

De maatregelen hebben zeker een effect, maar dit is beperkt. Er is een lichte toename van starters die woningen kopen in Utrecht. Echter, voor mensen die te lang moeten wachten op een sociale huurwoning of te veel verdienen voor zo’n huurwoning, lijkt er minder aandacht, zo constateert Sander van der Ploeg in een persoonlijke betoog op Vastgoedmarkt.

Schrikt de stapeling van beleid niet meer af dan Utrechtse gemeentepolitiek?

De vraag blijft of de daling van vastgoedbeleggers echt te wijten is aan de zelfbewoningsplicht in Utrecht. Naast deze maatregel hebben de verhoogde overdrachtsbelasting en wijzigingen in de fiscale regelgeving, samen met stijgende rentes en veranderingen in huurcontracten en mogelijke huurregulatie, ook een rol gespeeld.

Landelijk zien we zo dat de afname van het transactievolume volgt op een opeenstapeling van factoren waardoor woningbeleggingen minder rendabel worden.

Het is de vraag in hoeverre de particuliere huurvoorraad in de Domstad slinkt door een opeenstapeling van landelijk in plaats van puur lokaal woningmarktbeleid.

Hoewel de verkoop van verhuurde woningen toeneemt, lijkt groei in de particuliere huurmarkt in ieder geval momenteel uitgesloten. Daarmee kan de gemeente tevreden roepen dat het beleid effect heeft, maar of de woningzoekende er ook echt iets mee opschiet?