- De voorgestelde belastingmaatregelen maken vakantiewoningen voor de gemiddelde Nederlander steeds minder haalbaar.
- Naast een fors verhoogd fictief rendement in box 3 komt er ook een belasting op eigen gebruik op basis van huurwaarde.
- Zonder maatwerk dreigt het bezit van een vakantiewoning in Nederland enkel weggelegd te zijn voor de financiële elite.
Het kabinet werkt aan belastingmaatregelen die het bezit van vakantiewoningen aanzienlijk duurder maken. Vanaf 2026 wordt het fictieve rendement in box 3 verhoogd naar 7,77% en komt er daarnaast een belasting op het eigen gebruik, gebaseerd op de zogeheten ‘economische huurwaarde’.
Deze stap dreigt vakantiewoningen onbetaalbaar te maken voor Nederlanders met een modaal inkomen.
Op papier lijken deze woningen weliswaar in waarde te stijgen, mede door forse verhogingen van de WOZ-waarden in populaire gebieden als Zeeland en de Wadden. In de praktijk levert dit echter geen extra inkomsten op. Toch moeten eigenaren straks belasting betalen alsof hun vakantiewoning een aanzienlijke opbrengst genereert.
Bij een WOZ-waarde van €500.000 kan dit neerkomen op een aanslag van €14.000 per jaar, een bedrag dat voor velen simpelweg onhaalbaar is, zo schrijven vakantiewoning-eigenaren Ted Braakman en Erik Scheer in het Financieele Dagblad.
Vakantiewoning vaak geen investering, maar straks wel zo belast
Wat in de plannen over het hoofd wordt gezien, is dat veel vakantiewoningen helemaal niet als investering dienen. Vaak zijn het familiebezittingen die generaties lang in gebruik zijn voor eigen ontspanning, niet voor verhuur.
Toch gaat het fiscale stelsel straks uit van een irreëel, fictief rendement. Bovendien biedt de mogelijkheid tot tegenbewijs weinig soelaas, omdat onverzilverde waardestijgingen nog steeds worden meegeteld.
De voorgestelde belasting op het eigen gebruik van de vakantiewoning maakt het plaatje nog schrijnender. Ook wanneer een woning slechts enkele weken per jaar wordt benut, wordt uitgegaan van een permanent beschikbaar rendement. Het wetsvoorstel dat hiervoor in voorbereiding is, stelt deze extra heffing vast op 3,35% van de WOZ-waarde.
We zagen al: vanaf 2026 wordt het belastingklimaat voor tweede woningen nog onaangenamer.
Niet alleen stijgt het forfaitaire rendementspercentage van 5,88% naar een stevige 7,78%, ook wordt het eigen gebruik van de vakantiewoning fiscaal belast via een bijtelling van de economische huurwaarde.
Daarbij geldt dat deze maatregelen vooral gewone woningbezitters raken, die geen gebruik kunnen maken van fiscale constructies zoals een bv in box 2.