Rechterlijke uitspraken over standaard huurverhogingen kunnen huurmarkt op zijn kop zetten

Vrouw op balkon van haar appartement

Vrouw op balkon van haar appartement Foto: CNS

  • Recente uitspraken van rechters betwisten de geldigheid van huurverhogingen op basis van inflatie plus een opslag.
  • Deze uitspraken, die de huurverhogingsclausules oneerlijk vinden, kunnen leiden tot het terugdraaien van verhogingen.
  • De aandacht verschuift nu naar de Hoge Raad voor definitieve uitspraken over deze kwestie, wat invloed kan hebben op duizenden huurcontracten en mogelijk leidt tot aanzienlijke terugbetalingen van te veel betaalde huur.

Recente rechterlijke uitspraken zetten de manier waarop grote vastgoedbeleggers de huurprijzen bepalen op losse schroeven, dat signaleert het Financieele Dagblad.

In het bijzonder gaat het om de praktijk waarbij verhuurders de huur jaarlijks mogen verhogen met de inflatie plus een variabele opslag. Deze methode, die al jarenlang wordt toegepast, is nu onder vuur komen te liggen door de interpretatie van Europese consumentenbeschermingsregels door Nederlandse rechters.

De Woonbond en verschillende advocaten gespecialiseerd in huurrecht gaven tegenover het FD aan dat deze situatie eveneens betrekking kan hebben op woningen in de vrije sector die beheerd worden door woningcorporaties en private investeerders.

Zaken die de markt opschudden

Vastgoedbeleggers zoals Bouwinvest, Altera, Amvest, en Vesteda, die samen zo’n 50.000 huurwoningen beheren, hebben recentelijk te maken gehad met juridische uitdagingen tegen hun huurverhogingspraktijken, zo schrijft het FD.

Deze bedrijven, die vaak investeren met pensioengeld, worden nu geconfronteerd met de mogelijke noodzaak om hun beleid aan te passen. Bijzonder opmerkelijk zijn de uitspraken tegen Bouwinvest en Altera, waarbij rechters de doorgevoerde huurverhogingen oneerlijk verklaarden.

Dit heeft geleid tot de eis dat enkel de oorspronkelijk overeengekomen huurprijs nog geldig is, wat voor sommige huurders aanzienlijke financiële gevolgen had. Een huurder van Altera kreeg zo een verlaging van de huurachterstand van bijna €875.

“Vastgoedbeleggers houden hun adem in”, zegt huurrechtadvocaat Rutger Fabritius van advocatenkantoor Dirkzwager tegenover de krant.

De kern van de zaak ligt nu bij de Hoge Raad, die moet oordelen over de geldigheid van deze huurverhogingsclausules. De uitkomst van deze beslissing zal niet alleen impact hebben op de direct betrokken verhuurders en huurders, maar potentieel op de gehele markt.