- Tussen 1 januari 2021 en 1 januari 2023 is het aantal private huurwoningen in Nederland met 67 duizend toegenomen, waardoor het totale aantal bijna 1,2 miljoen bereikt.
- Deze toename wordt voornamelijk gedreven door nieuwbouw, transformaties en splitsingen, terwijl de aankoop van bestaande woningen een kleinere rol speelde.
- De groei verschilt sterk tussen natuurlijke personen en niet-natuurlijke entiteiten zoals BV’s, NV’s en stichtingen, waarbij de laatste groepen voornamelijk groeiden door nieuwbouw.
In de afgelopen twee jaar heeft de private huursector in Nederland een significante groei doorgemaakt.
Volgens recent onderzoek van het CBS en het Kadaster is het aantal private huurwoningen gestegen van 1.125 miljoen naar bijna 1.2 miljoen. Deze groei is opmerkelijk vergeleken met de relatief bescheiden toename van koopwoningen en corporatiehuurwoningen.
De toename van het aantal private huurwoningen werd voornamelijk veroorzaakt door nieuwbouwprojecten en het transformeren of splitsen van bestaande gebouwen.
Van de 78 duizend nieuwe woningen die aan de woningvoorraad werden toegevoegd, was een aanzienlijk deel, 49 procent, in eigendom van BV’s en NV’s. De strategie lijkt te verschuiven van het kopen van bestaande woningen naar het direct investeren in nieuwe ontwikkelingen.
Diversiteit onder verhuurders
Interessant is de diversiteit onder de verhuurders in de private sector. Van de totale 432 duizend verhuurders zijn de meesten, 89 procent, natuurlijke personen die over het algemeen kleinere portfolios beheren.
Slechts een klein percentage van deze verhuurders bezit meer dan 10 woningen. Dit contrasteert met BV’s en NV’s, waar een groter aandeel eigenaren actief investeert in de ontwikkeling van grotere woningprojecten.
Regionaal gezien heeft Noord-Holland met 18,4 procent het hoogste aandeel private huurwoningen, gevolgd door Groningen met 17,3 procent. Deze cijfers laten zien dat de private huursector een belangrijk onderdeel is van de woningmarkt, vooral in stedelijke en economisch sterke regio’s. De dynamiek in deze provincies toont aan hoe de markt zich aanpast aan de veranderende vraag naar woonruimte.