- De minister wil per 1 januari 2026 nieuwe regels voor servicekosten invoeren.
- Doel is meer duidelijkheid en bescherming voor huurders tegen onterechte kosten.
- Gemeenten krijgen eenvoudiger handhavingsmogelijkheden.
Uit de beantwoording van Kamervragen blijkt dat Minister Mona Keijzer de nieuwe regels voor servicekosten van woonruimte per 1 januari 2026 wil invoeren.
De wet beoogt een einde te maken aan onduidelijkheid over welke kosten als servicekosten mogen worden doorberekend. Het moet ook huurders betere bescherming bieden.
De wetswijziging brengt geen grote veranderingen in de aard van servicekosten, maar verduidelijkt de regels en verscherpt de handhaving. De minister wil met deze modernisering van de wet het aantal geschillen over servicekosten verminderen en gemeenten een steviger handhavingsinstrument bieden.
Beperkte handhaving en hoge ongelijkstelling verhuurders
Wat ook blijkt is dat verhuurders bij geschillen nu al vaak ongelijk krijgen. Waarom worden verhuurders in bijna 100% van de zaken in het ongelijk gesteld?
Uit de beantwoording van Kamervragen blijkt dat er geen centrale registratie is van hoe vaak gemeenten handhaven op servicekosten. Het aantal daadwerkelijk opgelegde boetes lijkt wel beperkt.
Vaststaat dus wel dat verhuurders vrijwel altijd in het ongelijk worden gesteld bij geschillen over servicekosten.
Volgens de Huurcommissie komt dit deels doordat:
- Verhuurders onvoldoende administratie voeren over servicekosten.
- Onduidelijkheid heerst over welke kosten wel of niet mogen worden doorberekend.
- Sommige verhuurders moedwillig kosten doorrekenen die niet als servicekosten gelden.
De Huurcommissie constateert wel dat de regels rond servicekosten onduidelijk zijn en de afhandeling steeds complexer wordt.
Verhuurdersorganisaties zeggen juist dat verhuurders over het algemeen goed uit de voeten kunnen met de huidige systematiek, maar wijzen op onduidelijkheden over de reikwijdte van servicekosten, wat financiële onzekerheid veroorzaakt. Daarnaast wordt de afrekening van servicekosten vaak als een administratieve last ervaren.
Contractvrijheid en nieuwe woonconcepten
Een ander veelbesproken punt is of verhuurders huurders mogen verplichten extra diensten of faciliteiten af te nemen, zoals toegang tot een fitnessruimte. De minister blijft bij het principe van contractvrijheid: dergelijke afspraken mogen, mits ze niet leiden tot onredelijke voordelen voor de verhuurder.
Daarnaast blijven ‘shared living’-concepten mogelijk, zolang de extra kosten transparant zijn en voldoen aan de nieuwe regels. De minister hoopt hiermee te voorkomen dat servicekosten worden misbruikt om huren kunstmatig hoog te houden.
De wetswijziging moet nog door de Tweede en Eerste Kamer worden goedgekeurd. Op 11 maart wordt de verdere behandeling van het voorstel besproken. Mocht de wet worden aangenomen, dan krijgen verhuurders ruim een jaar om zich aan te passen aan de nieuwe regels.