- Bijna 15% van de nieuwbouwwoningen heeft geen definitief energielabel, wat invloed kan hebben op financiering en verkoop.
- Aannemers vergeten vaak de aanvraag van een definitief label of willen mogelijke negatieve uitkomsten vermijden.
- Het ontbreken van een label kan leiden tot lagere waarderingen en belemmeringen bij hypotheken.
Sinds 2015 is het verplicht dat elke woning bij oplevering een definitief energielabel heeft, dat inzicht geeft in de energiezuinigheid en de mogelijke verbeterpunten van de woning. Toch blijkt uit een analyse van vakblad Cobouw dat bijna 15% van de nieuwbouwwoningen in Nederland geen definitief energielabel heeft.
Dit betekent dat van tienduizenden woningen niet duidelijk is of ze de beloofde energieprestaties daadwerkelijk behalen.
Het ontbreken van een energielabel kan nadelige gevolgen hebben voor eigenaren en ontwikkelaars, variërend van financiële complicaties tot problemen met verkoop of verhuur. Toezichthouder ILT (Inspectie Leefomgeving en Transport) onderzoekt momenteel hoe de handhaving beter kan worden geregeld, aangezien deze verplichting te vaak wordt genegeerd.
Verantwoordelijkheid bij de aannemer
Bij nieuwbouwwoningen ligt de verantwoordelijkheid voor het aanvragen van het energielabel doorgaans bij de aannemer of projectontwikkelaar. Het definitieve label moet bij oplevering aanwezig zijn.
Hugo Breuers van de beroepsvereniging FedEC benadrukt tegenover Cobouw dat de regels eenvoudig zijn: “Degene die de woning oplevert, is verantwoordelijk voor het energielabel. Dit is achteraf gemakkelijk te controleren en boetes kunnen worden opgelegd.” Die boetes kunnen oplopen tot 1000 euro per woning.
Echter, in de praktijk blijft de keuring vaak uit. Mogelijke redenen hiervoor zijn dat het label simpelweg wordt vergeten door de lange doorlooptijd van bouwprojecten of dat aannemers bewust geen definitief label aanvragen om te voorkomen dat een slechter resultaat naar voren komt.
Risico’s voor eigenaren
Voor eigenaren van nieuwbouwwoningen kan het ontbreken van een energielabel later tot problemen leiden. Zo kunnen bij een latere keuring details over de bouwfase ontbreken, wat kan resulteren in een lager energielabel.
Volgens de nieuwe BENG-norm, die sinds 2021 van kracht is, moeten nieuwbouwwoningen minstens een A-label hebben, maar variaties binnen de A-labels kunnen alleen worden vastgesteld met gedetailleerde informatie over gebruikte materialen en bouwmethodes.
Dit maakt het belangrijk dat tijdens de bouwfase goed wordt gedocumenteerd welke isolatiematerialen zijn gebruikt en hoe ze zijn aangebracht.