‘Waarschuwingslampen springen aan’: Aedes voorzitter Van Rijn kritisch over tekort aan betaalbare huisvesting – hekelt ‘lobby voor dure woningen’

Jongeren in een appartement

Jongeren in een appartement Foto: CNS

  • Vertrekkend voorzitter van Aedes, Martin van Rijn, waarschuwt voor een groeiend tekort aan sociale huurwoningen.
  • Hij bekritiseert de lobby voor minder betaalbare nieuwbouweisen als een gevaarlijke ontwikkeling.
  • Volgens Van Rijn verdient iedereen een fatsoenlijke woning, inclusief statushouders, en pleit hij voor meer urgentie in de aanpak van de wooncrisis.

Martin van Rijn, voorzitter van corporatiekoepel Aedes, blikt bij zijn afscheid kritisch terug op de wooncrisis en benadrukt in een interview met AD dat het tekort aan sociale huurwoningen steeds nijpender wordt.

“De waarschuwingslampjes springen aan,” zegt hij. Met de huidige druk op de woningmarkt, waar tweederde van de nieuwbouw betaalbaar en eenderde sociale huur moet zijn, acht Van Rijn het onacceptabel dat er aan deze eisen wordt getornd.

“Dat is een discussie erbij en geen woning erbij. Dit moeten we echt voor elkaar brengen.”

Volgens Van Rijn leidt het bouwen van dure woningen niet tot een oplossing voor de mensen die het meest lijden onder de woningnood. Hij benadrukt dat er, naast rendement voor ontwikkelaars, een dringende menselijke noodzaak is om sociale huurwoningen te blijven bouwen. Mensen die net buiten de criteria vallen voor een sociale huurwoning, zijn nu vaak de klos: huren in de vrije sector zijn torenhoog, en kopen is vaak geen optie.

Het belang van gemengde wijken

Hoewel sommige steden, zoals Rotterdam, pleiten voor minder sociale woningbouw in bepaalde wijken, vindt Van Rijn dat dit elders gecompenseerd moet worden. Hij gelooft in het ideaal van gemengde wijken, waar mensen met verschillende inkomens naast elkaar kunnen wonen.

“Wil je dat er ook sterke veerkrachtige wijken zijn, dan moet je ook een beetje kunnen mengen,” stelt hij. Sociale cohesie is volgens hem essentieel om problemen in kwetsbare wijken te voorkomen.

Van Rijn ziet ook de noodzaak om woningen te bouwen voor de middenklasse, zoals verplegers en politieagenten. Door beperkingen in de afgelopen jaren heeft de markt deze doelgroep verwaarloosd.

Hij benadrukt de rol van woningcorporaties in het creëren van stabiele en inclusieve wijken, zoals Nederland dat al decennia heeft weten te realiseren. “In andere landen, zoals Frankrijk, zie je vaak probleemwijken. In Nederland hebben we dat voorkomen door de inzet van corporaties.”

Een controversieel besluit van het kabinet om statushouders geen voorrang meer te geven op sociale huurwoningen, wordt door Van Rijn scherp bekritiseerd. Onlangs bleek dat andere huurders ook nauwelijks iets opschieten met het afschaffen van de voorrangsmaatregel.

Van Rijn wijst erop dat deze mensen de Nederlandse nationaliteit hebben verkregen na een uitgebreid traject en daarom recht hebben op een fatsoenlijk huis.