- Het Register Belastingadviseurs vreest dat vermogen massaal naar bv’s verhuist door de nieuwe vermogensaanwasbelasting.
- Het wetsvoorstel zou juridisch kwetsbaar zijn en kan leiden tot lagere belastingopbrengsten dan verwacht.
- Vastgoedbeleggers kampen met groeiende onzekerheid, hogere lasten en mogelijk minder investeringsbereidheid.
Het nieuwe box 3-stelsel, dat in 2028 in werking moet treden, ligt opnieuw onder vuur. Het Register Belastingadviseurs (RB) waarschuwt dat de voorgestelde regels niet alleen juridisch wankel zijn, maar ook averechts kunnen uitpakken voor de belastingopbrengsten. Daarover schrijft De Telegraaf.
Volgens Sylvester Schenk, fiscaal directeur van het RB, is de kans groot dat vermogende particulieren en vastgoedbeleggers hun kapitaal massaal zullen overhevelen naar bv’s om zo de hogere belastingdruk te ontwijken. Dit kan leiden tot een flinke tegenvaller voor de schatkist, terwijl het kabinet juist op extra inkomsten rekent.
De kern van de kritiek richt zich op de vermogensaanwasbelasting, waarbij jaarlijks belasting wordt geheven over niet-gerealiseerde rendementen. Dit betekent dat beleggers belasting moeten betalen over een papieren winst, zelfs als zij deze nog niet hebben verzilverd.
Zeker in jaren van hoge beleggingsresultaten kan dit ertoe leiden dat mensen hun spaarbuffer moeten aanspreken of beleggingen gedwongen moeten verkopen om aan hun fiscale verplichtingen te voldoen. Volgens het RB is een vermogenswinstbelasting, waarbij pas bij verkoop van de belegging wordt afgerekend, een veel logischer en eerlijker alternatief.
Wat betekent dit voor vastgoedinvesteerders?
Voor vastgoedinvesteerders en verhuurders brengt dit wetsvoorstel aanzienlijke onzekerheid met zich mee. Zo ziet vastgoedondernemer Alexander Visser van Huurprijscheck.app, die op LinkedIn de mogelijk gevolgen optekent.
Enerzijds lopen zij het risico op dubbele belastingheffing en complexere aangiftes wanneer zij besluiten hun portefeuille naar een bv-structuur over te hevelen.
Anderzijds dreigen hogere kosten en administratieve lasten doordat de nieuwe regels vragen om fiscale herstructurering en extra expertise. De voortdurende onduidelijkheid over het fiscale speelveld maakt het voor beleggers bijzonder lastig om langetermijnplannen te maken. Dit kan de investeringsbereidheid in huurwoningen verder onder druk zetten, juist op een moment dat de woningmarkt behoefte heeft aan meer aanbod.
Daar komt nog bij dat de voorgestelde ‘vastgoedbijtelling’, waarbij eigen gebruik en zelfs leegstand van een pand leiden tot een forfaitaire heffing, op veel weerstand stuit, zo schrijft De Telegraaf. Volgens fiscalisten dwingt de wetgever hiermee de belastingplichtige feitelijk tot verhuur, wat juridisch kwetsbaar zou zijn.
Ook het verbod op achterwaartse verliesverrekening maakt het voorstel volgens hen moeilijk verdedigbaar. Beleggers die in het ene jaar winst maken en in het volgende jaar verlies lijden, mogen dat verlies namelijk niet met terugwerkende kracht verrekenen, wat de belastingdruk verder kan verhogen.
De impact op de huurmarkt? “Minder aanbod, hogere huren en nóg meer uitponding van huurwoningen”, zo concludeert Visser.