- Minister Keijzer wil gemeenten bewegen tot legalisering van bewoning op vakantieparken, maar krijgt weinig gehoor
- Gemeenten voelen zich gepasseerd en vrezen extra druk en onrealistische verwachtingen
- Bewoners van parken hopen op verlichting, maar structurele oplossingen lijken nog ver weg
Toen woonminister Mona Keijzer (BBB) onlangs gemeenten opriep om permanente bewoning op vakantieparken toe te staan – als recreatie geen toekomst biedt – bloeide de hoop op onder duizenden bewoners. Maar die hoop wordt snel getemperd: de meeste gemeenten trekken hun eigen plan.
We zagen echter direct al: gemeenten waren minder enthousiast. De Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) bekritiseert het voorstel van de minister om permanente bewoning van recreatiewoningen verplicht toe te staan, vanwege beperkte effectiviteit bij het woningtekort.
Gemeenten vrezen regie te verliezen en wijzen op hoge administratieve lasten en tegenstrijdigheid met eerdere afspraken.
Veel parken zijn niet geschikt voor permanente bewoning, en bewoners laten vaak geen reguliere woning achter, dus een grandioze oplossing voor het woningtekort is het ook niet echt.
Onzekerheid bij gemeenten en onduidelijkheid over effect
VNG waarschuwt voor overbelasting en noemt de Haagse ingreep “een raket die dwars door bestaande plannen schiet”, schrijft het Financieele Dagblad nu zelfs. Wethouder Jan Pieter van der Schans (Ede) benadrukt dat gemeenten “afwegingen moeten maken tussen wonen, ruimte, natuur en recreatie.”
Hoewel CBS meldt dat bijna 60.000 mensen geregistreerd staan op een vakantieadres, schat het ministerie het werkelijke aantal tussen de 130.000 en 150.000. Toch denken beleidsadviseurs niet dat legalisatie het woningtekort wezenlijk verlicht.
Adviesbureau Ginder becijfert dat een kwart van de Nederlandse vakantieparken niet vitaal is, en dat bij bijna de helft daarvan recreatief herstel niet meer haalbaar is.
Logisch dus te kijken naar permanente bewoning?
Maar: tegelijkertijd vreest het bureau dat zonder regie parken versnipperd legaliseren, zonder kwaliteitsimpuls of langetermijnvisie.
Een aardig signaal versus een echte systeemverandering voor vakantieparken
Er is niet overal weerstand. In Kropswolde wordt het Haagse initiatief met gejuich ontvangen. De tijdelijke stop op handhaving geeft bewoners even ademruimte.
Sommige gemeenten, zoals Westerveld, kiezen voor maatwerk. “Heeft het meer toekomst als woonwijk? Dan passen wij graag de bestemming definitief aan naar wonen in een omgevingsplan”, aldus wethouder Jacob Boonstra. Maar alleen als ook infrastructuur en woningkwaliteit op peil zijn.
Op veel plekken blijft het bij wensdenken of beperkte pilots. “Het moet niet zomaar een wijk worden”, zegt een lokale VvE in de krant, waar men niet wil dat het karakter van het park verandert naar dat van een wijk voor mensen die alleen zo goedkoop mogelijk willen wonen.
Of Keijzers plan daadwerkelijk effect heeft, zal afhangen van de instructieregel die vóór de zomer wordt verwacht – en van de bereidheid van gemeenten om mee te bewegen. Maar vooral blijft de vraag: hoeveel ruimte is er écht?