- De Raad van State waarschuwde dat de Wet betaalbare huur zou leiden tot minder aanbod en nieuwbouw.
- Toch stemde een Kamermeerderheid voor, waardoor de markt verder onder druk kwam te staan.
- Voorbeelden uit het buitenland tonen dat minder regels vaak betere resultaten opleveren.
Toen de Wet betaalbare huur werd ingevoerd, was de kritiek niet mals. De Raad van State adviseerde expliciet om de wet niet door te zetten, omdat verhuurders woningen zouden verkopen en investeringen in nieuwbouw zouden opdrogen.
Toch koos een brede Kamermeerderheid, met steun van PVV en GroenLinks-PvdA, ervoor de wet aan te nemen. Inmiddels zijn de gevolgen precies zoals voorspeld: minder woningen, hogere druk op de markt en een huurder die nauwelijks nog kansen heeft.
“Wereldwijd is evident dat als er méér regels er komen, de kwaliteit én kwantiteit van huizen omlaaggaat”, schrijft Maarten de Gruyter, directeur van vastgoedontwikkelaar Boelens de Gruyter in een column voor EW.
“Je kunt concluderen dat regulering juist garantstaat voor tekorten”
Pogingen om het beleid verder aan te scherpen met een huurbevriezing sneuvelden uiteindelijk na opnieuw negatief advies. Maar de schade was al aangericht: minder projecten en een aanbod dat steeds verder verschraalt.
Internationale voorbeelden, zoals Argentinië en Polen, laten zien dat minder regulering juist kan leiden tot méér woningen en lagere lasten. In Argentinië verdubbelde het aanbod na het schrappen van beperkingen, terwijl de huurprijzen flink daalden.