- De Wet Betaalbare Huur, bedoeld om de huren in de vrije sector te verlagen, leidt waarschijnlijk tot een vermindering van het aanbod van betaalbare huurwoningen voor kwetsbare groepen zoals jongeren, migranten en mensen met een laag inkomen.
- Particuliere beleggers, die een groot deel van de betaalbare huurwoningen beheren, zijn geneigd deze te verkopen vanwege de verminderde rendementen, wat het aanbod verder verkleint.
- De wet kan indirect de woningnood verhogen door een minder efficiënte benutting van de woningvoorraad, waarbij huurwoningen minder bewoners zullen huisvesten en meer koopwoningen creëren voor de hogere inkomensklassen.
De recent ingevoerde Wet Betaalbare Huur in Nederland heeft als doel om de huren in de vrije sector te matigen, maar pakt in de praktijk nadelig uit voor de meest kwetsbare groepen op de huurmarkt.
Dit blijkt uit een grondige analyse door Matthijs Korevaar en Jasper H. van Dijk, die de gevolgen van deze wet onderzocht hebben.
Volgens Korevaar, universitair hoofddocent aan de Erasmus Universiteit, en Van Dijk van het instituut voor Publieke Economie, worden de betaalbare huurwoningen in de vrije sector voornamelijk bewoond door mensen met lagere inkomens, waaronder veel jongeren en migranten.
Deze groepen zijn afhankelijk van particuliere beleggers die nu minder geneigd zijn om deze woningen te verhuren vanwege de nieuwe huurbeperkingen. De verwachting is dat deze woningen verkocht zullen worden, waardoor ze overgaan naar de koopsector en niet meer beschikbaar zijn voor de oorspronkelijke doelgroep.
De wet leidt niet alleen tot een afname van het aantal betaalbare huurwoningen, maar ook tot een minder efficiënte benutting van de woningvoorraad. Woningen die eerst door meerdere huurders gedeeld werden, zullen na verkoop waarschijnlijk door minder mensen bewoond worden. Dit vergroot het woningtekort, vooral voor diegenen die afhankelijk zijn van een betaalbare huurwoning.
Onaantrekkelijk om betaalbare huurwoningen te blijven aanbieden
Een ander significant probleem dat het onderzoek aan het licht brengt, is de toename van het inkomensverschil tussen bewoners van particuliere huurwoningen en die van institutionele beleggers of eigenaar-bewoners. De wet maakt het voor verhuurders financieel onaantrekkelijk om betaalbare huurwoningen te blijven aanbieden, wat resulteert in een hogere druk op de koopwoningmarkt en minder diversiteit in het huuraanbod.
De Wet Betaalbare Huur had tot doel de huurprijzen te drukken en de toegang tot betaalbare woonruimte te vergroten, maar lijkt vooral de kwetsbare groepen die afhankelijk zijn van de vrije huurmarkt te benadelen. Het verminderen van het aanbod van betaalbare huurwoningen en het verhogen van de druk op de koopwoningmarkt tonen de complexiteit en de onbedoelde gevolgen van deze goedbedoelde wetgeving.
Het is cruciaal dat beleidsmakers deze effecten erkennen en zoeken naar manieren om de negatieve impact op kwetsbare groepen te mitigeren.