- De Eerste Kamer heeft ingestemd met de Wet betaalbare huur, die op 1 juli 2024 in werking treedt.
- De wet biedt bescherming aan huurders door de huurprijzen in het middensegment te reguleren en zo betaalbaarder te maken.
- Critici betwijfelen of de wet wel echt zo uitwerkt en vrezen een kleiner en duurder huursegment voor mensen die aangewezen zijn op de huidige vrije sector.
- Gemeenten hebben tot 1 januari 2025 om zich voor te bereiden op de handhaving van deze nieuwe regelgeving.
De Eerste Kamer heeft ingestemd met de Wet betaalbare huur van minister Hugo de Jonge. Die wordt daarmee per 1 juli van kracht.
Gemeenten krijgen tot 1 januari 2025 de tijd om zich voor te bereiden op de handhaving van de nieuwe regels.
Minister Hugo de Jonge van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties benadrukt zelf het belang van de wet: “Dit is een enorme mijlpaal. Een teken dat de Volkshuisvesting terug is van weggeweest. Met de Wet betaalbare huur worden huurders beschermd en dat is hard nodig. De explosief gestegen huren vanwege de enorme schaarste aan huurwoningen, zijn voor veel mensen met een normaal inkomen niet meer op te brengen. Dat brengt de bestaanszekerheid van heel veel mensen in de knel. Deze wet gaat voor vele duizenden huurders een enorm verschil maken. En de wet is zo vormgegeven dat investeren en verhuren nog prima uit kan, want ook dat is uiteindelijk in het belang van huurders.”
Ondanks het enthousiasme van De Jonge krijgt de wet ook veel kritiek. De wet zou een groot deel van de middenhuurmarkt potentieel onrendabel maken door strenge huurplafonds, wat op lange termijn kan leiden tot minder investeringen in nieuwe huurwoningen.
Dit is een slechte ontwikkeling in een tijd waarin juist een grotere, niet minder, bijdrage van private investeerders noodzakelijk is om het woningtekort aan te pakken.
Regulering middenhuur
De kern van de wet ligt in de regulering van de middenhuur. Hierdoor wordt de huur voor middeninkomens weer betaalbaar.
Huurwoningen in het middensegment tot en met 186 punten volgens het Woningwaarderingsstelsel (WWS) krijgen een maximale huurprijs van 1.157,95 euro per maand. Verwacht wordt dat de huur van ruim 300.000 woningen met gemiddeld 190 euro omlaag gaat, en dat 113.000 huurwoningen terugkomen naar het betaalbare segment.
Bij nieuwe huurcontracten die op of na 1 juli 2024 zijn afgesloten, moeten verhuurders zich houden aan de maximale huurprijs. Voor woningen tot en met 143 punten kan dit ook gevolgen hebben voor bestaande contracten.
Als de huurprijs niet overeenkomt met het puntenaantal, moet de huur in sommige gevallen direct of anders na een jaar omlaag. Dit geldt ook voor woningen van particuliere verhuurders, studentenkamers en andere onzelfstandige woonruimtes.
Vanaf 1 januari 2025 kunnen verhuurders een boete krijgen als ze zich niet aan de nieuwe regels houden. Daarnaast moeten ze per 1 januari 2025 bij nieuwe contracten een puntentelling opnemen zodat de huurder weet wat de maximale huurprijs voor de huurwoning is.
Ontbreken van handhaving
Het uitstellen van de handhavingsbevoegdheden betekent wel dat gemeenten niet direct huurverlagingen kunnen afdwingen. Huurrechtadvocaat Laurens Vrakking bekritiseerde eerder al deze aanpak en wijst erop dat deze onzekerheid niet werkbaar is voor huurcontracten die per definitie voor langere tijd worden afgesloten en moeilijk eenzijdig door verhuurders kunnen worden beëindigd.