Wetsvoorstel tegenbewijsregeling box 3 roept vragen op over renteaftrek

Man bij nieuwe appartementen

Man bij nieuwe appartementen Foto: CNS

  • Het voor de tegenbewijsregeling vormt een vertaling van recente jurisprudentie van de Hoge Raad naar formele wetgeving, maar laat op meerdere punten ruimte voor interpretatie en onduidelijkheid.
  • De bepalingen rondom renteaftrek bij schulden roepen zowel juridische als praktische vragen op, met name over het onderscheid tussen rente en overige kosten.
  • De uitsluiting van vooruitbetaalde en boeterente uit de aftrek kan leiden tot fiscale verstoringen en financieel suboptimaal gedrag van belastingplichtigen.

Op 13 maart 2025 diende de staatssecretaris van Financiën het wetsvoorstel voor de tegenbewijsregeling in box 3 in bij de Tweede Kamer.

Dit voorstel moet de gevolgen van de arresten van de Hoge Raad van juni 2023 vast te leggen. De rechter oordeelde dat box 3-heffing in lijn moet zijn met het werkelijk behaalde rendement.

In het wetsvoorstel zijn diverse rekenregels opgenomen die dit mogelijk moeten maken, met als basis het kasstelsel. Hierdoor wordt rente toegerekend aan het jaar van ontvangst of betaling, ongeacht het jaar waarop deze betrekking heeft.

De wetgever neemt op enkele punten zelf weer het roer over. Zo is bijvoorbeeld vastgesteld dat kosten bij de berekening van het rendement op bezittingen niet in aanmerking komen, maar dat betaalde rente op schulden wel aftrekbaar is.

Voor groene beleggingen is bovendien een vrijstelling opgenomen. Hoewel dit als een eerste stap richting uitvoerbaarheid geldt, blijven op onderdelen aanzienlijke vragen bestaan, zo schrijft fiscalist Eric van Uunen in een column voor TaxLive.

Juridische onduidelijkheden en systematische onzorgvuldigheid

De term aangegane schuld roept vragen op over de aftrekbaarheid van rente op bijvoorbeeld belasting- of wettelijke schulden, vindt Van Uunen. Ook is volgens hem de terminologie in de wetstekst soms onnauwkeurig, wat ruimte laat voor interpretatieverschillen met mogelijk fiscale gevolgen.

Daarnaast zorgt het onderscheid tussen betaalde rente en overige kosten voor verwarring. Vooruitbetaalde rente, zoals bij het oversluiten van leningen, wordt volgens het wetsvoorstel niet als aftrekbare rente aangemerkt.

Deze benadering volgt niet direct uit de jurisprudentie en kan belastingplichtigen ertoe aanzetten hun gedrag fiscaal te sturen, wat de neutraliteit van het stelsel aantast.

Boeterente en meegekochte rente zorgen voor verstoring

De uitsluiting van boeterente en vooruitbetaalde rente uit de aftrek leidt tot verstoringen en maakt herfinanciering fiscaal onaantrekkelijk. Ook bij meegekochte rente op obligaties heerst onduidelijkheid over de aftrekbaarheid, wat zorgt voor onzekerheid over het werkelijk rendement.

Daarnaast roept de voorgestelde zakelijkheidstoets bij familieleden vragen op over wat als ‘marktconform’ geldt. Een duidelijk normatief kader kan hier de uitvoerbaarheid en rechtszekerheid verbeteren.