Wie moet er allemaal voorrang krijgen? De Amsterdamse strijd om sociale huur wordt steeds ingewikkelder

Amsterdam

Amsterdam Foto: Jahanzeb Ahsan / Unsplash

  • Corporaties pleiten voor voorrang voor jongeren die dakloos dreigen te raken, maar erkennen dat er ook regels moeten verdwijnen.
  • Door de vele voorrangsregelingen is het voor reguliere woningzoekenden bijna onmogelijk een sociale huurwoning te vinden.
  • De woningmarkt kent grote verschillen per doelgroep, waardoor een nieuwe regeling snel nieuwe knelpunten veroorzaakt.

In de toch al krappe Amsterdamse sociale huursector laait de discussie over voorrangsregels verder op. De Amsterdamse Federatie van Woningcorporaties (AFWC) wil dat jongeren die dreigen dakloos te worden sneller aan een woning komen. Maar wie krijgt straks nog een eerlijke kans?

Volgens AFWC-bestuurder Anne-Jo Visser is het onacceptabel dat jongvolwassenen uit bijvoorbeeld jeugdzorg geen vaste woonplek kunnen vinden. Zij pleit daarom voor een aparte voorrangsregeling en meer permanente jongerenwoningen, daarover schrijft AT5.

“Dakloosheid heeft ingrijpende impact op het verdere leven. Als samenleving moeten we dat echt zien te voorkomen”, schrijft Visser in het jaarbericht. Het idee is onderdeel van een bredere ‘Housing First’-aanpak, waarin eerst een woning wordt geboden en pas daarna verdere begeleiding volgt.

Landelijk gaat het om zo’n 17.000 jongeren, van wie velen nauwelijks kans maken op een reguliere woning. De corporaties stellen voor dat 2 tot 2,5 procent van de vrijkomende woningen hiervoor wordt gereserveerd.

Een lijkt mooi voorstel. Immers: wie ziet er graag mensen dakloos worden? Maar het levert in de huidige markt problemen op die steeds verder doorschuiven.

Hoeveel voorrang is nog houdbaar?

Toch leidt elke nieuwe regeling onvermijdelijk tot de vraag: wie moet dan inleveren? Amsterdam kent al tientallen voorrangslabels voor ouderen, doorstromers, spoedzoekers, zorgdoelgroepen en statushouders.

Voor reguliere woningzoekenden is de kans inmiddels minimaal. In 2022 kwamen van ruim 8.400 sociale huurwoningen slechts 22 bij mensen terecht zonder urgentieverklaring. Vorig jaar waren dat er volgens Het Parool 35, zo schrijft AT5. De gemeente stelt wel dat dit cijfer iets hoger ligt.

Het probleem is daarmee niet alleen het tekort aan woningen, maar ook de optelsom van voorrangsregelingen die elkaar in de praktijk verdringen.

Tegelijkertijd spelen er ook andere problemen. Zo blijven gezinnen met drie of meer kinderen noodgedwongen in te kleine woningen wonen, terwijl 30 procent van de grote corporatiewoningen door alleenstaanden wordt bewoond.

Iedere nieuwe regeling schuift het probleem hooguit een stukje op. Woningcorporaties erkennen dat ook wel. Daarom zal het invoeren van voorrang voor dakloze jongeren gepaard moeten gaan met het schrappen van andere voorrangslabels. Welke dat precies zijn, blijft voorlopig onduidelijk.

Het toont eens te meer aan hoe ingewikkeld het is om ‘passend wonen’ daadwerkelijk te realiseren.