- Uitspraken van de Rotterdamse wethouder Zeegers over funderingsloze woningen, energielabels en schimmel zetten particuliere verhuurders onterecht in een kwaad daglicht.
- De huidige beeldvorming mist nuance en schuift complexe, vaak publieke problemen onterecht in de schoenen van de particuliere verhuurder.
- Cijfers van het CBS tonen bovendien juist een hogere tevredenheid onder huurders van particuliere verhuurders, zowel over hun woning als over de leefomgeving.
Huurwoningen zijn heus niet altijd altijd in de beste staat, net zomin als koopwoningen overigens. Maar woningen zonder fundering, kan dat wel?
Toch is de toon van kritiek door de Rotterdamse politiek in een recent artikel in het Financieele Dagblad helder: particuliere verhuurders zijn een probleem en de nieuwe Wet betaalbare huur is de oplossing. Maar wie goed leest, ziet dat deze conclusie vooral steunt op politieke framing en veralgemeniseringen die een bredere realiteit buiten beeld houden.
Neem de uitspraak van wethouder Chantal Zeegers (D66): “Oude particuliere verhuurpanden hebben soms geen fundering, energielabels nog lager dan G, of er zit schimmel op de muren.” Een uitspraak die goed klinkt, maar bij nadere beschouwing rammelt.
Zouden woningen hier in de wijk geen fundering hebben? Natuurlijk hebben ook deze woningen gewoon een fundering, en die van particuliere verhuurders zijn niet ineens een vreemde uitzondering.
Wel zien we dat funderingsproblemen in Nederland een serieus probleem aan het worden zijn. Funderingsschade is zelfs een groeiend probleem dat misschien wel 425.000 gebouwen treft. De financiële impact kan oplopen tot wel 50 miljard euro.
Een probleem, maar geen verhuurdersprobleem, constateert ook Arnoud Vlak, vab Public Value op LinkedIn. Wat speelt is vooral door een dalend grondwaterpeil, een ontwikkeling die mede voortkomt uit het beleid van waterschappen.
Een structureel en landelijk probleem dat om een gezamenlijke aanpak vraagt, niet om het selectief aanwijzen van één groep als zondebok omdat dat politiek goed uitkomt.
Problematiek of politiek? Label lager dan G? Onmogelijk.
We lezen ook over ‘lager dan G’ Die bestaan helemaal niet.
Het officiële labelsysteem loopt van A (uitstekend energiezuinig) tot en met G (zeer energie-onzuinig). Een label H of lager is simpelweg niet aan de orde. Een stukje politieke overdrijving, allicht, maar je vraagt je dan af waar dit dan toe moet leiden.
En wat betreft de schimmelproblematiek? Die komt voor, zeker maar zeker niet uitsluitend in particuliere huurwoningen. Verschillende onderzoeken tonen juist aan dat schimmelklachten het vaakst voorkomen in sociale huurwoningen van woningcorporaties. Toch lijkt dat zelden tot politieke ophef te leiden.
“Bovendien is het voor de wethouder kennelijk geen probleem als die beschimmelde woningen worden verkocht aan koopstarters”, merkt Vlak daarbij nog eens op.
“Schimmel in een woning van een eigenaar/bewoner is kennelijk minder erg dan in een verhuurde woning. Of zou het zijn dat een eigenaar/bewoner niet als ‘zondebok’ maar als potentiële kiezer geldt?”.
Huurders zijn best tevreden
Die negatieve stereotypering van particuliere verhuurders gaat bovendien lijnrecht in tegen de feiten. Volgens het CBS ligt de tevredenheid met de woning onder huurders van particuliere verhuurders al jaren structureel iets hoger dan bij huurders van sociale woningbouw. Ook wat betreft de directe leefomgeving beoordelen particuliere huurders hun situatie positiever.
Sociaal demograaf Jan Latten bevestigt die trend. En investeerder Michiel Steenman stelde het treffend: “Die pandjesbazen die lieten verkrotten in de jaren ‘80 zijn allang overleden.”
De moderne particuliere verhuurder is geen schimmige huisjesmelker, maar een investeerder die – vaak met eigen vermogen – woningen beschikbaar stelt in een segment waar corporaties niet of nauwelijks actief zijn.