- De Woonbond weigerde de Woontopdeal te ondertekenen vanwege de voorgestelde huurverhoging van 4,5%.
- Maar: ‘Achteraf gezien hebben de partijen toch gewoon hun gang kunnen gaan zonder ons’.
- Hij pleit voor meer overheidsregie en een eerlijkere verdeling van de kosten tussen huurders en kopers.
De Woonbond heeft zich bewust afgekeerd van de Woontopdeal, die afspraken bevat over woningbouw en huurprijzen. Volgens directeur Zeno Winkels was vooral de voorgestelde huurverhoging van 4,5% een breekpunt. “Huurders kunnen dat simpelweg niet betalen,” stelt hij in een recent interview met VGVisie.
Of de opstelling geholpen heeft? “Achteraf gezien hebben de partijen toch gewoon hun gang kunnen gaan zonder ons”, ziet Winkels.
Corporaties beweren dat de huurverhoging nodig is om nieuwbouw te realiseren, maar volgens Winkels is dat argument onterecht. Hij wijst erop dat corporaties al bijdragen via belastingen zoals de vennootschapsbelasting. Een groot deel van de extra huurinkomsten zou bovendien niet direct naar nieuwbouw gaan, maar verdwijnen in de staatskas.
Overheid moet meer regie nemen
Volgens Winkels is de rol van de overheid cruciaal. Niet alleen om de woningbouw aan te jagen, maar ook om te zorgen dat woningen betaalbaar blijven. Hij pleit voor wetgeving die verplicht dat een vast percentage van de nieuwbouw uit sociale huurwoningen bestaat.
Ook vindt hij het onrechtvaardig dat huurders extra betalen terwijl kopers profiteren van fiscale voordelen zoals de hypotheekrenteaftrek.
Daarnaast ziet hij de marktwerking in de woningsector als een mislukking. “Vijftien jaar lang is de woningmarkt aan de markt overgelaten en dat heeft niet gewerkt”, zegt hij. Zonder duidelijke kaders blijven huurders volgens hem de sluitpost van het beleid.
Woonbond op de bres voor verhuurders
Opmerkelijk, zelfs de Woonbond kwam laatst toch schoorvoetend op voor de belangen van verhuurders. De bond stelde, in de aanloop naar het debat over box 3, dat particuliere verhuurders een redelijk rendement moeten kunnen maken.
Zo pleitte de bond ervoor de belasting te heffen op basis van werkelijke huurinkomsten in plaats van een fictief rendement. Dit zou ervoor zorgen dat de kosten eerlijker worden verdeeld en huurders niet de dupe worden van een belastingstelsel dat investeerders afschrikt.