- Uit CBS data blijkt dat huishoudens minder van hun inkomen aan woonlasten besteden.
- De daling is vooral significant voor huiseigenaren en huurders in de vrije sector.
- Ondanks de lagere woonquotes blijft het woningtekort een urgent probleem op de Nederlandse woningmarkt.
Sinds kort publiceren het CBS en het ministerie van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening samen nieuwe data over de woonquote: het percentage van het inkomen dat huishoudens aan hun woonlasten besteden.
Tussen 2018 en 2022 is deze woonquote aanzienlijk gedaald voor alle typen huishoudens, zowel voor huurders als eigenaren. Daarover schrijft Jannes van Loon,
Woningmarktonderzoeker bij WoningBouwersNL op LinkedIn.
De grootste daling vond plaats onder huiseigenaren, maar ook huurders in de vrije sector zagen hun woonquote fors afnemen. Voor bijna alle huishoudens ligt deze nu ruim onder de 35%, wat internationaal wordt gezien als een gezond percentage. Door de stijgende lonen in 2023 en 2024 en strengere regels voor huurverhogingen, is de woonquote verder gedaald.
Woningtekort als nieuwe uitdaging
Hoewel de betaalbaarheid van wonen verbeterd lijkt, verschuift de aandacht nu naar de beschikbaarheid van woningen.
Het grote woningtekort wordt door velen inmiddels als een groter probleem gezien dan betaalbaarheid. Toch waarschuwen experts dat de cijfers over woonlasten met enige voorzichtigheid geïnterpreteerd moeten worden, omdat er losse aannames zijn gebruikt bij het berekenen van deze kosten.
Ondanks deze kanttekeningen is de trend van dalende woonquotes duidelijk zichtbaar, wat laat zien dat huishoudens de afgelopen jaren minder druk ervaren op hun woonlasten. De vraag blijft echter of het aanbod van woningen voldoende zal toenemen om het tekort aan te pakken.