Ymere mag van rechtbank vastgoedbelegger uit sociale huurwoning zetten

Appartementen

Appartementen Foto: CNS

  • Een Amsterdammerse vastgoedbelegger moet zijn sociale huurwoning in Amsterdam-Oost verlaten.
  • We zien hier een uniek vonnis over sociale huur versus private vastgoedverhuur.
  • Ymere wil woning snel beschikbaar stellen aan lang wachtende woningzoekenden.

Vastgoedbeleggers worden uit hun sociale huurwoning gezet‘, konden we begin dit jaar koppen.

Vergezocht? Het blijkt van niet: in een uniek vonnis heeft de rechtbank Amsterdam bepaald dat een Amsterdammerse vastgoedbelegger zijn sociale huurwoning in Amsterdam-Oost moet verlaten, zo lezen we bij woningcorporatie Ymere zelf.

Dit vonnis zet een belangrijk precedent in de discussie over wie recht heeft op sociale huur.

Het geeft woningcorporaties juridische ruimte om op te treden tegen huurders die over voldoende alternatieve woonruimte beschikken, maar hoe ver mag dat gaan?

Het gaat om een zaak die door woningcorporatie Ymere was aangespannen. De man, die sinds 2014 in de sociale huurwoning woont, bleek ook twee koopwoningen in de stad te bezitten en te verhuren.

Volgens de rechter is het maatschappelijk belang bij een rechtvaardige verdeling van sociale huurwoningen groter dan het persoonlijke belang van de huurder om goedkoop te blijven wonen. Het vonnis is opvallend: het is voor zover bekend de eerste keer dat de rechter zich in zulke duidelijke bewoordingen uitspreekt over de combinatie van sociale huur en particuliere vastgoedverhuur.

‘Dringend eigen gebruik’ versus huurbescherming

Ymere vroeg de woning terug op basis van ‘dringend eigen gebruik’. De woningcorporatie wil de woning beschikbaar stellen aan woningzoekenden met een laag inkomen. De huurder verzette zich fel tegen de beëindiging van zijn huurcontract, maar kreeg bij de rechter nul op het rekest.

De rechtbank erkent dat ook deze huurder onder huurbescherming valt, maar benadrukt dat deze bescherming niet bedoeld is ‘voor diegenen die geen of minder bescherming behoeven’. Aangezien de man nog twee koopwoningen bezit waarin hij zelf zou kunnen wonen, is zijn belang bij behoud van de sociale huurwoning volgens de rechter beperkt tot ‘het hebben van goedkope woonruimte’.

Ook de vrees van de huurder om op straat te belanden wordt volgens de rechtbank ongegrond verklaard. Hij beschikt immers over alternatieven in de vorm van eigen vastgoed.

Ymere ziet ‘erkenning van haar maatschappelijke rol’

Voor Ymere betekent het vonnis een bevestiging van haar verantwoordelijkheid als woningcorporatie. Voorzitter Erik Gerritsen van de corporatie reageert tevreden: “Het is de eerste keer dat zoiets speelt. De rechter heeft extra tijd genomen om tot een weloverwogen, uitgebreid en goed gemotiveerd vonnis te komen.”

Dit vonnis kan gevolgen hebben voor andere sociale huurders met koopwoningen. “Met dit vonnis in de hand gaan we onderzoeken of er bij ons meer van dit soort kwesties spelen”, zegt Gerritsen.

Volgens de rechtbank in Amsterdam gaat het, zo blijkt uit onderzoek, om nog ongeveer 1000 soortgelijke gevallen.