- De bouw van kleinere, betaalbare woningen is noodzakelijk om de stagnerende woningbouw te doorbreken.
- Zonder deze verandering dreigt een generatie zonder toegang tot betaalbare woningen, wat bredere economische gevolgen heeft.
- Aanpassingen in de bestaande woningvoorraad en een herziening van complexe regels zijn essentieel voor een duurzame oplossing.
Nederland moet de wonignbouw snel vlot trekken, anders ‘groeit er een generatie aan mensen op die geen betaalbare woning vindt’. Dat schrijft Arrèn van Tienhoven, directeur grote steden bij Arcadis in een bijdrage voor Binnenlands Bestuur.
Het gaat hierbij niet om de standaard doorzonwoningen of appartementen, maar juist om de bouw van kleinere, betaalbare woningen, schrijft Tienhoven.
Jongeren blijven langer thuis wonen en stellen belangrijke levenskeuzes, zoals het stichten van een gezin, uit.
Impact op de economie
Het probleem beperkt zich niet alleen tot de jongere generatie, maar sijpelt uiteindelijk door naar de gehele economie.
In 1963 woonden er gemiddeld zo’n 3,5 personen in een woonhuis, een aantal dat inmiddels is teruggelopen tot twee, terwijl de bevolking juist enorm groeide. Desondanks bouwen bouwbedrijven nog steeds grote woonhuizen, terwijl de vraag naar kleinere woningen stijgt door het toenemend aantal eenpersoonshuishoudens.
Naast kleiner bouwen moet er volgens Arcadis gekeken worden naar de bestaande woningvoorraad. Er moeten creatieve oplossingen komen om grote woningen op te splitsen, zodat twee mensen er apart kunnen wonen.
Ook het eenvoudig in huis nemen van ouders moet worden vergemakkelijkt. Er zijn al enkele voorbeelden van dergelijke oplossingen, maar deze zijn nog uitzonderingen. De huidige regelgeving is niet ingesteld op deze veranderingen, en kan leiden tot fiscale en andere complicaties.
Hoewel de overheid al jaren zegt dat er jaarlijks minstens 100.000 woningen bij moeten komen, blijft dit doel onbereikbaar. Dit veroorzaakt een enorme druk op de huizenmarkt, waardoor de huizenprijzen blijven stijgen.